SKU: BT.DHP-1196190-070
ISBN 9789043157971. English-German-French-Dutch.
1982 saw the publication of a melody for written for bagpipes by the name of Highland Cathedral—a name that draws its inspiration from a famous neo-Gothic church in Glasgow, Scotland. Since its first appearance, Highland Cathedral has enjoyed a triumphant tour around the globe, often acknowledged as an enthusiastic tribute to the nation of Scotland. Anthony Gröger’s version for string quartet combines this passionate character with unmistakeable echoes of the Scottish feel of the original work. Here then is this true classic, especially popular at wedding ceremonies, now arranged for string quartet.In het jaar 1982 werd een voor doedelzak geschreven melodie gepubliceerd, waarvan de titel Highland Cathedral was ge nspireerd op een beroemde neogotische kerk in het Schotse Glasgow. Sindsdien heeft het stuk gaandeweg de wereld veroverd en wordt het vaak ten gehore gebracht als enthousiast eerbetoon aan Schotland. Anthony Grögers versie voor vier strijkers combineert dat gepassioneerde karakter met onmiskenbare echo’s van de Schotse sfeer van het origineel. Een geliefde klassieker, veelvuldig gespeeld op bruiloften, is nu dus ook verkrijgbaar in een arrangement voor strijkkwartet.Im Jahre 1982 wurde eine für Dudelsack geschriebene Melodie erstmals veröffentlicht, deren Name Highland Cathedral auf einen berühmten neogotischen Kirchenbau im schottischen Glasgow anspielt. Seitdem hat sie ihren Siegeszug um die Welt angetreten und wird oft als enthusiastisches Bekenntnis zur schottischen Nation aufgefasst. Anthony Grögers Version für Streichquartett verbindet diesen leidenschaftlichen Charakter mit unverkennbaren Anklängen an das schottische Klangidiom des Originals. Ein beliebter Klassiker, vor allem auf Hochzeitsfeiern, steht somit nun auch Streichquartett-Formationen zur Verfügung.Publiée pour la première fois en 1982, la mélodie pour cornemuse « Highland Cathedral » fait référence une célèbre église de style néogothique de Glasgow, en Écosse. Souvent perçue comme un hommage enthousiaste la nation écossaise, cette mélodie entama dès lors une marche triomphale travers le monde. La version pour quatuor cordes d’Anthony Gröger allie ce même caractère passionné aux sonorités écossaises, indissociables du langage sonore caractéristique de l’original. Un classique très populaire, notamment lors des mariages, désormais disponible pour quatuor cordes.
SKU: LM.PB805
ISBN 9790231308051.
This world - Peace of mind - Raggamuffin - Crazy Vibes - Black part love - Mommy - Explanations - Please (feat. Cee-Lo Green) - Summertime - Crazy sufferin style - Fyah Fyah - Just because I do - No no no.
SKU: BT.AMP-420-130
English-German-French-Dutch.
Sunday in the Park was written for tenor horn virtuoso Sheona White, and commissioned by her partner, Matt Wade, as a Christmas present. Composer Philip Sparke had known and admired Sheona’s playing for many years, having produced her firstsolo CD and written pieces for her previously. Both composer and performer are huge fans of the late Karen Carpenter, Sheona in part modelling her sound on the singer’s sultry voice; so it was decided that this new solo would be a piece which, whilstnot being a ‘Carpenters’ pastiche, paid tribute to their relaxed style and rich harmonic language. Sunday in the Park opens with an accompanied cadenza for the soloist, which leads to a gentle rhythmic melody with a laid-back feel. This istaken up by the band but the soloist sparks a change of mood by introducing a faster light rock interlude. This reaches a climax, at which point the music unwinds until the original mood returns. A variation on the original melody leads to a shortcadenza from the soloist, which brings the work to a peaceful close.Sunday in the Park is geschreven voor Sheona White, een ware virtuoos op de althoorn, in opdracht van haar partner, Matt Wade, die het haar gaf als kerstgeschenk. Componist Philip Sparke is al jarenlang kenner en bewonderaar van hetalthoornspel van Sheona. Hij heeft haar eerste solo-cd geproduceerd en al eerder stukken voor haar geschreven. Zowel de componist als de uitvoerende zijn grote fans van de legendarische Karen Carpenter; Sheona baseert haar sound zelfs gedeeltelijk opde zwoele stem van deze zangeres. Daarom is dit solowerk een eerbetoon geworden aan de relaxte stijl en rijke harmonische taal van de Carpenters hoewel het niet gaat om een potpourri van bekende nummers. Sunday in the Park begint met eenbegeleide cadens voor de solist, die uitmondt in een soepele, ritmische melodie met een ontspannen feel. Die melodie wordt overgenomen door het orkest, waarop de solist een sfeerverandering teweegbrengt met de introductie van een sneller tussenspelin een lichte rockstijl. Dit gedeelte bereikt een climax, waarna de muziek weer tot rust komt en de oorspronkelijke stemming terugkeert. Een variatie op de originele melodie leidt naar een korte cadens van de solist, gevolgd door een sfeervolleafronding.Sunday in the Park war ein Weihnachtsgeschenk für die Althornvirtuosin für Sheona White, geschrieben im Auftrag ihres Partners Matt Wade, der ebenso wie Philip Sparke ein großer Fan der verstorbenen Sängerin Karen Carpenter ist. So gerietdieses Stück zu einer würdigen Hommage an den entspannten Stil und die reichhaltige harmonische Sprache der Carpenters, die klanglich sogar an die Stimme Karen Carpenters erinnert.Sunday in the Park (Un Dimanche au Parc) a été écrite pour Sheona White, virtuose du saxhorn alto, et commandée par son partenaire, Matt Wade, comme cadeau de Noël. Le compositeur Philip Sparke connaissant et admirant Sheona depuislongtemps, avait précédemment produit son premier CD en solo et écrit des pièces pour elle. La saxhorniste, tout comme le compositeur, est une fan inconditionnelle de Karen Carpenter, modelant en partie ses sonorités sur la voix voluptueuse de lachanteuse. Il fut donc décidé que ce nouveau solo serait une pièce qui, sans être un pastiche des Carpenters, rendrait hommage leur style décontracté et leur riche langage harmonique. Sunday in the Park débute avec une cadence accompagnéepour la soliste suivie d’une mélodie délicatement rythmique et détendue. Cette mélodie est reprise par l’ensemble mais la soliste engendre un changement de climat avec l’introduction d’un interlude plus rapide de style rock. La musique atteint sonpoint culminant, puis s’apaise pour revenir au climat du début. Une variation sur la mélodie d’origine mène une courte cadence de la soliste qui conduit la pièce une conclusion tranquille.
SKU: AP.38373
UPC: 038081441269. English. Forget You: Words; music by Christopher Brown; Peter Hernandez; Ari Levine; Philip Lawrence; Thomas Cee Lo Callaway; Don't Stop Believin': Words; music by Jonathan Cain; Neal Schon; Steve Perry.
Cee Lo Green's Forget You and Journey's Don't Stop Believin' collide in this exciting Mash-Up reminiscent of the popular television show Glee. This arrangement presents an exhilarating performance opportunity for your outstanding trumpet and trombone soloists and provides an entertaining experience for bands and audiences alike. Building on the Mash-Up concept, the two tunes are joined as one in the show-stopping arrangement. (3:30).
SKU: BT.AMP-056-010
As the title suggests, this piece comprises a set of variations on an original chorale,which is presented in the opening bars.The chorale uses the dark middle and lower sections of the band and is extended with minor variations until a pause leads to the first real variation, marked Vivo. This is in the form of a moto perpetuo. The second variation is a beautiful Andante introduced by a solo clarinet. Following a full band climax the final variation opens with quiet, nervous energy until its main theme is introduced.The chorale makes a brief appearance until the main theme reappears. This leads to a triumphant final augmented statement of the chorale theme, decorated by theflorid clarinet theme in the upper woodwinds. A dazzling new concert work. Zoals de titel al aangeeft, bestaat het stuk uit een aantal variaties op een oorspronkelijk koraal, dat aan het begin wordt ge ntroduceerd. Het koraal, stevig verankerd in c mineur, komt naar voren in de donkere midden- en lage sectiesvan het orkest en wordt uitgebouwd met variaties in mineur, totdat een korte pauze de overgang vormt naar de eerste echte variatie, Vivo getiteld. Dit is een moto perpetuo. De tweede variatie, een krachtige Andante, introduceerteen soloklarinet. Na een climax in het hele orkest vangt de laatste variatie aan met een stille, nerveuze energie totdat het hoofdthema naar voren komt. Het koraal duikt even op totdat het hoofdthema weer verschijnt. Dit leidtnaar een glorierijke laatste reprise van het koraalthema in verbreding, omspeeld met het zwierige klarinetthema in het hoge hout. Een verbluffend nieuw concertwerk.In drei sehr unterschiedlichen Variationen kommen in diesem Werk alle Register des Blasorchesters zum Zug: Die mittleren und tieferen Register stellen den originalen Choral in Moll vor, darauf folgt die erste, lyrische Variation im Tenorregister. Eine Solo-Klarinette präsentiert die metrische zweite Variation, abgelöst vom gesamten Blasorchester. Die hohen Holzbläser spielen eine wichtige Rolle in der dritten Variation, die zunächst verhalten einsetztt, dann aber das Werk zu einem triiumphalen Schluss führt. Ein interessantes Werk, das keine Wünsche bei Musikern oder Zuhörern offen lässt!Chorale and Variations est une oeuvre de commande pour l’École Intercommunale de Gaillon Aubevoye en France (Dir. : Thierry Patel). Cette pièce est structurée selon la forme du choral suivi de trois variations sur le thème. Ancré dans la tonalité de Do mineur, le choral se développe dans les registres médium et grave de l’orchestre puis est élargi avec une succession de variations lyriques, florissantes, triomphantes et ornementées.
SKU: BT.AMP-056-140
As the title suggests, this piece comprises a set of variations on an original chorale,which is presented in the opening bars.The chorale uses the dark middle and lower sections of the band and is extended with minor variations until a pause leads to the first real variation, marked Vivo. This is in the form of a moto perpetuo. The second variation is a beautiful Andante introduced by a solo clarinet. Following a full band climax the final variation opens with quiet, nervous energy until its main theme is introduced.The chorale makes a brief appearance until the main theme reappears. This leads to a triumphant final augmented statement of the chorale theme, decorated by theflorid clarinet theme in the upper woodwinds. A dazzling new concert work. Zoals de titel al aangeeft, bestaat het stuk uit een aantal variaties op een oorspronkelijk koraal, dat aan het begin wordt ge ntroduceerd. Het koraal, stevig verankerd in c mineur, komt naar voren in de donkere midden- en lage sectiesvan het orkest en wordt uitgebouwd met variaties in mineur, totdat een korte pauze de overgang vormt naar de eerste echte variatie, Vivo getiteld. Dit is een moto perpetuo. De tweede variatie, een krachtige Andante, introduceerteen soloklarinet. Na een climax in het hele orkest vangt de laatste variatie aan met een stille, nerveuze energie totdat het hoofdthema naar voren komt. Het koraal duikt even op totdat het hoofdthema weer verschijnt. Dit leidtnaar een glorierijke laatste reprise van het koraalthema in verbreding, omspeeld met het zwierige klarinetthema in het hoge hout. Een verbluffend nieuw concertwerk.In drei sehr unterschiedlichen Variationen kommen in diesem Werk alle Register des Blasorchesters zum Zug: Die mittleren und tieferen Register stellen den originalen Choral in Moll vor, darauf folgt die erste, lyrische Variation im Tenorregister. Eine Solo-Klarinette präsentiert die metrische zweite Variation, abgelöst vom gesamten Blasorchester. Die hohen Holzbläser spielen eine wichtige Rolle in der dritten Variation, die zunächst verhalten einsetzt, dann aber das Werk zu einem triiumphalen Schluss führt. Ein interessantes Werk, das keine Wünsche bei Musikern oder Zuhörern offen lässt!Chorale and Variations est une oeuvre de commande pour l’École Intercommunale de Gaillon Aubevoye en France (Dir. : Thierry Patel). Cette pièce est structurée selon la forme du choral suivi de trois variations sur le thème. Ancré dans la tonalité de Do mineur, le choral se développe dans les registres médium et grave de l’orchestre puis est élargi avec une succession de variations lyriques, florissantes, triomphantes et ornementées.
