Format : Score
SKU: HL.14040460
French.
SKU: LM.40009
ISBN 9790231700091.
Bach J.C. : Menuet en Sol majeur - Beethoven : Sur un air ukrainien - Canon : A la ronde - Le Ruisseau - Villageoise - Chitte : Etude I - Etude II - Le Poussin curieux - Corelli : Sarabande - Czerny : Etude Op.453 n. 4 - Etude Op.777 n. 2 - Etude - Haydn : Danse allemande en Re majeur - Mozart : Le Printemps (4 mains) - Valse en Sib majeur - Tchaikovsky : Chanson enfantine - Telemann : Gavotte - Turk : Chanson a danser - Aria - Anonyme : Sur un air russe - Chansonnette -Polka de Riga - Chanson francaise - Gavotte - Traditionnel : Le Carillonneur - Dans la foret lointaine - Petit papa - Deux chansons roumaines - Chanson populaire ukrainienne - Chanson populaire slovaque (4 mains) - Chanson populaire tatare (4 mains).
SKU: HL.50565176
SKU: BT.DOW-07505-400
ISBN 9789043147538. English-German-French.
The Concertino Op. 26 in E-flat Major by Carl Maria von Weber belongs to the standard repertoire of every clarinettist. This edition allows the player to work through the piece systematically with the CD at 3 different practice tempi withaccompaniment, including a full concert version as well. We hope you enjoy playing from our DOWANI 3 Tempi Play Along editions!Het Concertino opus 26 in Es majeur van Carl Maria von Weber behoort tot het standaardrepertoire van iedere klarinettist. Deze uitgave geeft de leerling de mogelijkheid dit werk systematisch in te studeren met behulp van de cd, die drie verschillendeoefentempi met begeleiding omvat, evenals een volledige demoversie. We hopen dat je met veel plezier zult spelen uit onze DOWANI 3 Tempi Play Along-uitgaven!Das Concertino in Es-Dur op. 26, von Carl Maria von Weber gehört zum Standardrepertoire jedes Klarinettisten. Die vorliegende Ausgabe bietet die Möglichkeit, das Werk systematisch und in drei verschiedenen Tempi mit CD-Begleitung zu erarbeiten.Außerdem beinhaltet die CD eine Konzertversion. Wir wünschen Ihnen viel Spaß beim Musizieren mit unseren DOWANI 3 Tempi Play Along-Ausgaben!Le Concertino Op.26 en mi bémol Majeur de Carl Maria von Weber fait partie du répertoire de chaque clarinettiste. Cette édition permet au musicien de travailler systématiquement le morceau avec CD, sur trois tempos d’entraînement différents, quiinclut aussi une version de concert. Nous espérons que vous prendrez du plaisir jouer nos éditions « DOWANI 3 Tempi Play Along » !
SKU: BT.DHP-1094824-030
9x12 inches.
This concert work, the latest of Jacob de Haan works based on American states, is a suite in three movements, based on a well-known folk tune from Arkansas. In the course of this varied work the folk song appears in its complete form and in fragments, in major and in minor, as a ballad in a lyrical orchestration, as a blues, accompanied by a jazzy rhythm and at the end again in its pure form. In the process, all instrumental groups of the brass band get their chance to shine!De Amerikaanse staat Arkansas wordt wel ‘The Natural State’ of ‘The Land of Opportunity’ genoemd. Dit concertwerk in de reeks door Jacob de Haan verklankte staten is een suite in drie delen, gebaseerd op een bekende volksmelodie uit Arkansas.Tijdens de eerste maten komt in de euphoniums en bassen direct de volksmelodie naar voren, die uitmondt in een aantal lyrische maten. Deze vormen de inleiding tot een sneller tempo (Allegro risoluto) waarin de melodie in fragmenten wordt geëxposeerddoor euphoniums, baritons en bugel, canonisch beantwoord door de trombones. In het daaropvolgende Allegro molto klinkt een concertino-achtig spel in diverse instrumentgroepen, afgewisseld met een nieuwe, zangerige melodie. Het deel sluit af met devolksmelodie in de trombones, maar nu gedempt.Het tweede deel is een ballade waarin de volksmelodie in majeur klinkt. Na een inleiding van gedempte cornetten en trombones gevolgd door zacht koper is de melodie te horen in de euphoniums en baritons in een lyrische zetting. Even wordt detoonsoort weer mineur, wanneer instrumentgroepen elkaar imiteren. Met een bugelsolo komen we terug in majeur. Na een tussenspel klinkt een ornamentele variatie, vertolkt door een cornetsolo en euphoniumsolo,waarna een naspel met gedempte cornetten en trombones volgt. Het laatste deel komt tot klinken in een flitsend Allegro vivace, aanvankelijk vergezeld door chromatische lijnen in de begeleiding en een markant, door kwartentriolen afgewisseld ritme in het slagwerk. Dan klinkt de blues door in de cornetten enhoorns, begeleid door een jazzy ritme waarin de sfeer van de Bolero van Ravel even doorklinkt. Dit leidt via een parallelle triolenpassage terug naar het beginthema van dit deel, dat nu in diverse instrumenten te horen is. Dan verschijnt devolksmelodie weer in haar pure vorm in de euphoniums, waarop de bugel en later de solocornet reageert. Via enkele syncopische maten horen we het begin van de melodie nu in majeur gespeeld door respectievelijk cornetten en hoorns. Het slotgedeelteomvat een melodieuze lijn in lange noten die leidt naar een spetterend einde in kwartentriolen.Dieses Konzertwerk fügt sich in die Reihe der von Jacob de Haan vertonten amerikanischen Staaten. Es ist eine Suite in drei Sätzen auf der Grundlage von einem bekannten Volkslied aus Arkansas. In diesem abwechslungsreichen Werk erklingt das Volkslied ganz und in Fragmenten, in Moll und in Dur, als Ballade in lyrischer Besetzung, in Variationen, als Blues, von einem jazzigen Rhythmus begleitet, und zum Schluss wieder in seiner reinen Form. Dabei kommen alle Instrumentengruppen der Brass Band zum Zug!
SKU: BT.DHP-1094824-130
SKU: LM.26130
ISBN 9790230961301.
SKU: LM.EG06966
SKU: LM.PN05966
ISBN 9790230300377.
SKU: LM.GD1467
ISBN 9790231709025.
SKU: LM.P04009
ISBN 9790230340090.
SKU: DZ.DZ-4287
ISBN 9782898522048.
Antônio Francisco Braga (1868-1945) belongs to the generation of Brazilian composers of the first republican period, aesthetically tied to romanticism, alongside Henrique Oswald (1852-1931), Leopoldo Miguez (1850-1902), Glauco Velásquez (1884-1914), and Barrozo Neto (1881-1941). Born in Rio de Janeiro, on April 15th, 1868, he began his musical studies at the Asilo dos Meninos Desvalidos, in 1876. In 1883, he enrolled at the Imperial Conservatório de Música where he studied harmony and counterpoint with Carlos de Mesquita – a former student of César Franck, Durand, and Massenet – and clarinet with Antônio Luís de Moura. Braga's first compositions date from this period: Sonho de Dante (1885), Dolce far niente (1886), the first Valse Romantique for piano (1886), among others.In 1887, he premiered his first symphonic work, Fantasia-Abertura. In 1890, being one of the finalists in a competition to choose the new Brazilian national anthem, Braga was awarded a scholarship to study in Europe, where he took classes with Jules Massenet at the Paris Conservatory. During this period, he wrote some of his most important symphonic works, Paysage, Cauchemar, Episódio Sinfônico, and Marabá (which was performed by Richard Strauss and the Vienna Philharmonic in 1920, in Brazil). His opera Jupyra is considered one of the greatest Brazilian compositions of that genre.Back in Brazil, he was appointed professor of counterpoint, fugue, and composition at the Instituto Nacional de Música, in 1902. There, some of the finest Brazilian composers studied with him, like Glauco Velásquez and Lorenzo Fernândez.Braga wrote operas, symphonic works, songs, sacred music, two Masses, music for piano, different chamber formations, band, and choir. He is the author of many patriotic hymns, the most popular of which is Hino à Bandeira (with lyrics by Olavo Bilac). He explored Brazilian nationalist elements in some of his works, as in Variações sobre um Tema Brasileiro and in the Trio for violin, cello and piano, whose third movement is based on a lundu (a musical genre and dance of Afro-Brazilian origin).In addition to being a composer, Braga was one of the most active conductors of his time, having been ahead of three orchestras in Rio de Janeiro: Instituto Nacional de Música, Sociedade de Concertos Sinfônicos, and Theatro Municipal. Braga conducted the Brazilian premiere of major symphonic works such as La Mer (Debussy), Pacific 231 (Honegger) besides other numerous Brazilian compositions.In 1938, he retired from Instituto Nacional de Música. He passed away on March 14th, 1945, in Rio de Janeiro.Unfortunately, Francisco Braga never wrote for the guitar. However, over a century ago his music had already been incorporated to its repertoire. According to information found in newspapers of the time, Spanish guitarist Josefina Robledo included transcriptions of pieces by Braga in her programs when she performed in Brazil: Gavota e Minuete (from the melodrama Contratador de Diamantes), in 1919, in São Paulo, and the waltz-caprice Corrupio, in 1921, in Rio de Janeiro.The piano score of Madrigal Pavane was dedicated to Alexina Leitão and published by Casa Vieira Machado, in 1901. According to the composer’s catalogue, there are two other versions of this piece: strings orchestra (1901) and quartet (which is still in manuscript). Dedicated to Braga’s childhood friend José de Souza Rocha, Timburibá (the name of a Brazilian tree) is a tango for piano from 1886, published by Narciso & Arthur Napoleão.Antônio Francisco Braga (1868-1945) appartient à la génération des compositeurs brésiliens de la première période républicaine, esthétiquement liés au romantisme, aux côtés de Henrique Oswald (1852-1931), Leopoldo Miguez (1850-1902), Glauco Velásquez (1884-1914) , et Barrozo Neto (1881-1941). Né à Rio de Janeiro, le 15 avril 1868, il commence ses études musicales à l'Asilo dos Meninos Desvalidos, en 1876. En 1883, il s'inscrit au Imperial Conservatório de Música où il étudie l'harmonie et le contrepoint avec Carlos de Mesquita – ancien élève de César Franck, Durand et Massenet – et clarinette avec Antônio Luís de Moura. De cette période datent les premières compositions de Braga : « Sonho de Dante » (1885), « Dolce far niente » (1886), la première « Valse Romantique » pour piano (1886), entre autres.En 1887, il crée sa première œuvre symphonique, « Fantasia-Abertura ». En 1890, étant l'un des finalistes d'un concours pour choisir le nouvel hymne national brésilien, Braga obtient une bourse pour étudier en Europe, où il suit les cours de Jules Massenet au Conservatoire de Paris. Durant cette période, il écrit certaines de ses œuvres symphoniques les plus importantes, « Paysage », « Cauchemar », « Episódio Sinfônico » et « Marabá » (interprétée par Richard Strauss et la Philharmonie de Vienne en 1920, au Brésil). Son opéra « Jupyra » est considéré comme l'une des plus grandes compositions brésiliennes de ce genre.De retour au Brésil, il fut nommé professeur de contrepoint, de fugue et de composition à l'Instituto Nacional de Música, en 1902. Là, certains des meilleurs compositeurs brésiliens étudièrent avec lui, comme Glauco Velásquez et Lorenzo Fernândez.Braga a écrit des opéras, des œuvres symphoniques, des chansons, de la musique sacrée, deux messes, de la musique pour piano, différentes formations de chambre, un orchestre et une chorale. Il est l'auteur de nombreux hymnes patriotiques, dont le plus populaire est « Hino à Bandeira » (avec des paroles d'Olavo Bilac). Il a exploré des éléments nationalistes brésiliens dans certaines de ses œuvres, comme dans « Variações sobre um Tema Brasileiro » et dans le Trio pour violon, violoncelle et piano, dont le troisième mouvement est basé sur un « lundu » (un genre musical et une danse afro-américaine). Origine brésilienne).En plus d'être compositeur, Braga a été l'un des chefs d'orchestre les plus actifs de son époque, ayant dirigé trois orchestres à Rio de Janeiro : « Instituto Nacional de Música », « Sociedade de Concertos Sinfônicos » et « Theatro Municipal ». Braga a dirigé la première brésilienne d'œuvres symphoniques majeures telles que « La Mer » (Debussy), « Pacific 231 » (Honegger) ainsi que de nombreuses autres compositions brésiliennes.En 1938, il prend sa retraite de l'Instituto Nacional de Música. Il est décédé le 14 mars 1945 à Rio de Janeiro.Malheureusement, Francisco Braga n’a jamais écrit pour la guitare. Cependant, il y a plus d'un siècle, sa musique était déjà incorporée à son répertoire. Selon des informations trouvées dans les journaux de l'époque, la guitariste espagnole Josefina Robledo incluait des transcriptions de pièces de Braga dans ses programmes lorsqu'elle se produisait au Brésil : « Gavota e Minuete » (du mélodrame « Contratador de Diamantes »), en 1919, à São Paulo, et la valse-caprice « Corrupio », en 1921, à Rio de Janeiro.La partition pour piano de « Madrigal Pavane » a été dédiée à Alexina Leitão et publiée par « Casa Vieira Machado », en 1901. Selon le catalogue du compositeur, il existe deux autres versions de cette pièce : orchestre à cordes (1901) et quatuor (qui est encore manuscrit). Dédié à José de Souza Rocha, ami d'enfance de Braga, « Timburibá » (nom d'un arbre brésilien) est un tango pour piano de 1886, publié par « Narciso & Arthur Napoleão ».Envoyer des commentairesPanneaux latérauxHistoriqueEnregistrées.
SKU: BT.DHP-1084336-010
9x12 inches. English-German-French-Dutch.
Hector Berlioz (1803-1869) schreef de ouverture Le Corsaire (De zeerover) in Nice, in het jaar 1844. De eerste uitvoering vond plaats onder de titel La tour de Nice (De toren van Nice). Pas later kreeg het werk de naamLe Corsaire, waarschijnlijk naar een gedicht van Lord Byron, voor wie Berlioz veel bewondering had. De originaliteit van deze ouverture wordt alom geprezen. De muziek is van een energieke levendigheid die aanstekelijk werkt.Niet voor niets is Le Corsaire nog altijd een van de populairste orkestwerken van Berlioz.Hector Berlioz schrieb diese Ouvertüre mit dem ursprünglichen Titel La Tour de Nice (Der Turm von Nizza) im Jahre 1844 in selbiger Stadt und benannte sie erst später um, vermutlich nach einem Gedicht von Lord Byron, den er sehr verehrte. Die Ouvertüre wurde von Anfang an für ihre Originalität und Lebendigkeit gelobt. So ist es kein Wunder, dass Le Corsaire, das hier in einer Transkription des Tohru Takahashi vorliegt, auch heute noch zu den beliebtesten Werken von Berlioz gehört.Berlioz ne révèle aucun talent musical particulier dans son enfance ; ses parents ne sont pas musiciens. Vers l’ ge de treize ans, il apprend jouer de la fl te bec et de la guitare et prend des cours de chant. En 1821, il s’installe Paris et marche sur les pas de son père en suivant un temps les cours de la Faculté de Médecine. Mais au bout d’un an, et au grand désespoir de ses parents, il abandonne ses études et entre au Conservatoire de Paris. Sa passion pour l’actrice irlandaise Harriet Smithson, qu’il épousera quelques années plus tard (un mariage malheureux), a largement influencé sa vie et sa musique. Lorsqu’il remporte le Prix de Rome en 1830, Berlioz avait déj composé quelques œuvres majeures dont la Symphonie Fantastique. Berlioz devient la figure essentielle du romantisme français. Ses œuvres sont dominées par ses idées novatrices.La première version de l’ouverture Le Corsaire remonte un séjour que Berlioz fit Nice en 1844. L’œuvre fut donnée en création sous le titre La Tour de Nice. Par la suite, Berlioz remania sa composition et lui donnera son titre définitif Le Corsaire. La référence au roman poétique de Lord Byron qui le compositeur vouait une grande admiration, reste une supposition qui ne fait pas l’unanimité.Cette ouverture fut particulièrement saluée pour son originalité. La musique déborde d’énergie et les effets sont fantastiques. Il n’est donc pas surprenant de constater que Le Corsaire est une des œuvres orchestrales les plus connues et les plus jouées de Berlioz.
SKU: BT.DHP-1084336-140
SKU: HL.44010867
UPC: 884088578527. 9x12 inches. English-German-French-Dutch-Japanese.
Hector Berlioz (1803-1869) schreef de ouverture Le Corsaire (De zeerover) in Nice, in het jaar 1844. De eerste uitvoering vond plaats onder de titel La tour de Nice (De toren van Nice). Pas later kreeg het werk de naamLe Corsaire, waarschijnlijk naar een gedicht van Lord Byron, voor wie Berlioz veel bewondering had. De originaliteit van deze ouverture wordt alom geprezen. De muziek is van een energieke levendigheid die aanstekelijk werkt.Niet voor niets is Le Corsaire nog altijd een van de populairste orkestwerken van Berlioz.Hector Berlioz schrieb diese Ouvertüre mit dem ursprünglichen Titel La Tour de Nice (Der Turm von Nizza) im Jahre 1844 in selbiger Stadt und benannte sie erst spater um, vermutlich nach einem Gedicht von Lord Byron, den er sehr verehrte. Die Ouvertüre wurde von Anfang an für ihre Originalitat und Lebendigkeit gelobt. So ist es kein Wunder, dass Le Corsaire, das hier in einer Transkription des Tohru Takahashi vorliegt, auch heute noch zu den beliebtesten Werken von Berlioz gehort.Berlioz ne revele aucun talent musical particulier dans son enfance ; ses parents ne sont pas musiciens. Vers l'age de treize ans, il apprend a jouer de la flute a bec et de la guitare et prend des cours de chant. En 1821, il s'installe a Paris et marche sur les pas de son pere en suivant un temps les cours de la Faculte de Medecine. Mais au bout d'un an, et au grand desespoir de ses parents, il abandonne ses etudes et entre au Conservatoire de Paris. Sa passion pour l'actrice irlandaise Harriet Smithson, qu'il epousera quelques annees plus tard (un mariage malheureux), a largement influence sa vie et sa musique. Lorsqu'il remporte le Prix de Rome en 1830, Berlioz avait dejacompose quelques œuvres majeures dont la Symphonie Fantastique. Berlioz devient la figure essentielle du romantisme francais. Ses œuvres sont dominees par ses idees novatrices.La premiere version de l'ouverture Le Corsaire remonte a un sejour que Berlioz fit a Nice en 1844. L'œuvre fut donnee en creation sous le titre La Tour de Nice. Par la suite, Berlioz remania sa composition et lui donnera son titre definitif Le Corsaire. La reference au roman poetique de Lord Byron a qui le compositeur vouait une grande admiration, reste une supposition qui ne fait pas l'unanimite.Cette ouverture fut particulierement saluee pour son originalite. La musique deborde d'energie et les effets sont fantastiques. Il n'est donc pas surprenant de constater que Le Corsaire est une des œuvres orchestrales les plus connues et les plus jouees de Berlioz.
SKU: HL.14044769
<> est une collection d'ouvrages a mi-chemin entre la methode pedagogique et le recueil de morceaux a jouer. Vous y decouvrirez en effet une multitude de <> de la musique classique arranges pour piano dans une version accessible au plus grand nombre. Au menu de ce second volume figurent les airs suivants : La belle au bois dormant et Concerto pour piano no1 de Tchaikovski, L'arlesienne et Toreador, en garde! de Bizet, Automne (Les quatre saisons) de Vivaldi, Adagio d'Albinoni, Prelude pour violoncelle de Bach, Ave Maria de Schubert, La 5eme symphonie de Beethoven, Bolero de Ravel, Concerto pour piano no 21 de Mozart. Que des incontournables du style ! L'idee ici est avant tout de se faire plaisir en jouant des airs connus et reconnus de tous. Mais c'est aussi l'occasion pour chacun de decouvrir des oeuvres majeures du repertoire classique, ainsi que leurs compositeurs de genie (Vivaldi, Tchaikovski, Mozart...), de parfaire sa culture musicale et d'asseoir encore un peu davantage sa technique au piano. Le CD reprend tous les exemples dans leur integralite afin de vous aider a depasser d'eventuelles difficultes de lecture. Ces enregistrements vous permettront egalement de parfaire l'execution des morceaux proposes par l'ecoute attentive des nuances et autres subtilites d'interpretation.
SKU: BT.DHP-1043273-060
ISBN 9789043119276. International.
In deze compositie draait het om de terts. Zoals een persoon zijn of haar voorkomen kan transformeren door het veranderen van kleding of haardracht, zijn hier alle mogelijkheden van de terts gebruikt: majeur, mineur, overmatig enverminderd. Een zelfde thema is in alle drie de delen te herkennen. De terts wordt steeds gevarieerd en veranderd, dat wil zeggen aangepast aan de situatie. Het is mogelijk om de drie delen zonder langere pauzes te spelen als eencompleet stuk (attacca).In verschiedenen Situationen (Episoden) reagiert eine Person aufgrund ihrer Charaktereigenschaften und Verhaltensweisen immer wieder ähnlich. Daher legte Adolf Götz in seiner Komposition für Akkordeonorchester ein aus der Terz gestaltetes Thema allen drei Sätzen zugrunde, mal variiert und umgestaltet und somit der jeweiligen Situation angepasst. Die Sätze können nacheinander oder ohne größere Unterbrechungen als geschlossenes Stück (“attacca“) aufgeführt werden.Episodes est une suite de petites narrations musicales dont chacune est représentée par une figure caractéristique individuelle qui se distingue par un motif de base. Dans cette pièce, il s’agit de l’intervalle de tierce. Toutes les possibilités de l’intervalle sont exploitées la manière d’une personne qui changerait de style en portant d’autres vêtements ou en changeant de coiffure. Ainsi, un thème formé partir d’une tierce pourra être entendu travers les trois mouvements du morceau ; sous forme de variante et retravaillé pour être adapté la situation. Les trois mouvements de cette suite peuvent être enchaînés sans pause, afin de constituer une grande pièce deconcert (attacca).
SKU: BT.DHP-1115249-140
The Wooden Soldier is a short and simple piece commissioned by the Singapore Ministry of Education. It was originally intended as a compulsory piece for the 2012 Singapore Youth Festival. Because many school bands in Singapore are incomplete, the composer was specifically asked to create a work that could equally be played by a limited ensemble—which explains various doubled andoptional parts.The wooden toy soldier that inspires the work initially marches in a fictitious parade before gliding into a swift waltz. Both sections are based on the same melodic material: the brisk triple-time passage is in fact a variation on the parade theme. Switching between majorand minor keys—together with a number of surprising twists—makes an enthralling work despite the restrictions imposed. The Wooden Soldier is een kort en eenvoudig werkje dat is geschreven in opdracht van het Singaporese ministerie van Onderwijs. Het was aanvankelijk bedoeld als verplicht werk voor het Singapore Youth Festival 2012. Omdat veelschoolorkesten in Singapore een onvolledige bezetting hebben, kreeg de componist het nadrukkelijke verzoek om het werk zo vorm te geven dat het ook met een beperkt ensemble uitgevoerd kan worden: dat verklaart een aantal verdubbelingenen instrumenten ad libitum.Het houten speelgoedsoldaatje dat als inspiratiebron diende, stapt eerst in een fictieve parade en strekt daarna de benen tijdens een vlotte wals. Beide passages zijn gebaseerd op hetzelfde melodischemateriaal: de snelle driekwartsmaat is dus als het ware een variant op het paradethema. De afwisseling tussen grote- en kleinetertstoonaarden en hier en daar een verrassende wending zorgen ervoor dat dit werkje met zijn enethema blijft boeien, ondanks de vele opgelegde beperkingen.The Wooden Soldier ist ein kurzes, einfaches Werk, das im Auftrag des Bildungsministeriums von Singapur geschrieben wurde. Es war zunächst als Pflichtstück für das Singapurer Jugendfestival 2012 gedacht. Da viele Schulblasorchester in Singapur unvollständig besetzt sind, bat man den Komponisten ausdrücklich, das Werk so zu gestalten, dass es auch mit einem begrenzten Ensemble gespielt werden könne: Dies erklärt einige Verdopplungen und optionale Instrumente.Der hölzerne Spielzeugsoldat, der als Quelle der Inspiration diente, marschiert zunächst in einer fiktiven Parade, um danach das Tanzbein zu einem flotten Walzer zu schwingen. BeideAbschnitte basieren auf demselben melodischen Material: Der schnelle Dreivierteltakt ist also im Grunde eine Variation auf das Parade-Thema. Der Wechsel zwischen Dur- und Moll-Tonarten sowie eingestreute überraschende Wendungen sorgen dafür, dass dieses Stück mit seinem einen Thema trotz der zahlreichen auferlegten Beschränkungen stets spannend bleibt. The Wooden Soldier (Le soldat de bois) est une pièce courte et simple commandée par le Ministère singapourien de l’Education. Cette oeuvre a été initialement écrite comme pièce imposée pour le Festival de la Jeunesse se déroulant Singapour en 2012. Comme de nombreuses formations scolaires présentent quelques lacunes au niveau de certains pupitres, Jan van der Roost a été sollicité afin de composer une oeuvre qui pourrait également être jouée par une formation incomplète - ce qui explique le doublement de certaines parties et les voix optionnelles.Le petit soldat de bois qui anime cette composition musicale, marche tout d’abord au coeur d’une parade fictive avantd’exécuter quelques pas d’une valse rapide. On retrouvera la même trame musicale dans les deux parties de l’oeuvre : les vivifiantes mesures ternaires de la valse sont en fait une variation du thème de la parade. Une alternance entre mode majeur et mineur ainsi qu’un certain nombre de rebondissements inattendus, font de cette pièce une oeuvre captivante, malgré les restrictions imposées. Commissionato come brano d’obbligo dal Ministero dell’Educazione per il Singapore Youth Festival 2012, The Wooden Soldier è stato arrangiato per poter essere eseguito da una formazione ad organico ridotto. Il pezzo include varie parti raddoppiate e opzionali. Il brano inizia in uno stile simile a una marcia da parata per poi scivolare verso un rapido valzer, basandosi, seppure in stili diversi, sul medesimo materiale melodico. I passaggi tra tonalit maggiori e minori, come anche sorprendenti colpi di scena, fanno di questo brano una valida aggiunta al programma da concerto.
SKU: BU.EBR-A005
ISBN 9790560150345. 8.58 x 12.48 inches.
La collection ANACROUSE offre aux pianistes novices et confirmés un large choix d’œuvres classiques, allant de la Renaissance à l’époque moderne.Proposer tout à la fois des « incontournables » du répertoire classique et des pièces de compositeurs parfois oubliés, toutes d’une valeur pédagogique indéniable, tels sont les objectifs que nous nous sommes fixés. Chaque pièce, vendue à l’unité, a fait l’objet d’un travail éditorial attentif, tant sur le plan de l’établissement du texte musical que de sa gravure, afin de garantir aux musiciens les conditions indispensables aux plaisirs tirés du commerce fréquent de ces œuvres.Les partitions sont proposées sous la forme d’ouvrages traditionnels (feuillets papier), et disponibles également par téléchargement.Le Prélude qui ouvre le premier livre du Clavier bien tempéré, célèbre entre tous, reprend l’usage courant, à l’époque, de préluder sur un tissu d’harmonies brisées, dans le style des improvisations des luthistes. Ce sont trente-cinq mesures d’arpèges régulièrement partagés entre les mains (deux notes à gauche, trois à droite) qui peuvent être ramenés à des accords.Hors quelques modulations passagères, le ton d’ut majeur reste dominant du début à la fin de la pièce. Le Prélude, tel quel, assimilable aux préludes luthés, l’est aussi, en son essence harmonique, à un accompagnement pour une mélodie virtuelle.C’est ainsi que Charles Gounod l’avait entendu en l’utilisant comme assise à son célèbre Ave Maria.