SKU: BT.AMP-354-030
9x12 inches. English-German-French-Dutch.
Diamond Concerto was commissioned by Musikverein Mörschied from Germany - Dr. Eric Grandjean, conductor - for a special concert featuring Steven Mead as guest soloist. Together they gave the world premiere on 28th April 2012 in the town theatre of Idar-Oberstein.The commission is a highlight in the 30-year friendship between composer and soloist, which has included many mutual CD projects and concerts and, now, a concerto. Sparke had Steven Mead’s special euphonium sound in his head throughout the composition process and made free use of the variety of styles which the world-renowned virtuoso has made his own during his highly successful solo career.The village ofMörschied lies to the west of Frankfurt am Main in the area known as the German Road of Precious Stones, which is famous for its thriving gem industry. Because of this it was decided to give the commission a local connection by choosing the title, Diamond Concerto. Each of the three movements is named after a famous diamond:1 EARTH STARis rather stern in mood, opening with a free fantasy for the soloist over a static chord from the band. This leads to an Allegro Moderato in minor mode where small motives are gradually repeated and developed by both band and soloist.2 OCEAN DREAMuses a varied quote from the composer’s Music for Battle Creek, including a melting slow melody that was originally written with Steven Mead in mind.3 BLUE HEARTwas written, at Steven Mead’s suggestion, in bebop style and takes the form of a jazz waltz. The quasi-improvisatory central section features a call-and-response passage for the soloist and upper woodwinds.Soloist: Difficulty 6Diamond Concerto is available for euphonium and piano (AMP 374-401) as well as for euphonium and concert band (AMP 354-010). Diamond Concerto is geschreven in opdracht van de Duitse Musikverein Mörschied - met dirigent Eric Grandjean - voor een speciaal concert met Steven Mead als gastsolist. De wereldpremière vond plaats op 28 april 2012 in het Stadttheater van Idar-Oberstein.De opdracht vormt een hoogtepunt in de dertig jaar lange vriendschap van de componist en de solist - waarin ze aan vele gezamenlijke cd-projecten en concerten werkten. En nu is er dan dit concert. Sparke heeft het gecomponeerd met Steven Meads geheel eigen euphoniumklank in het achterhoofd. Hij paste daarbij de diverse stijlen toe die de wereldberoemde virtuoos zich heeft eigen gemaakt tijdens zijn succesvollesolocarrière.Het plaatsje Mörschied ligt ten westen van Frankfurt am Main, in het gebied dat bekendstaat als de Deutsche Edelsteinstrasse. Het is beroemd vanwege zijn bloeiende edelstenenindustrie. Om het werk een lokaal tintje te geven is een toepasselijke titel gekozen: Diamond Concerto. Elk van de drie delen is genoemd naar een beroemde edelsteen:1 EARTH STARDit deel is tamelijk sober van sfeer. Het opent met een vrije fantasie van de solist over een statisch akkoord in het orkest. Dan volgt een allegro moderato in mineur, met kleine motieven die geleidelijk worden herhaald en uitgewerkt door zowel het orkest als de solist.2 OCEAN DREAMHierin wordt een citaat van Sparke’s werk Music for Battle Creek naar voren gebracht, met een vloeiende, langzame melodie die van oorsprong werd geschreven met het spel van Steven Mead in gedachten.3 BLUE HEARTNaar een suggestie van Steven Mead zelf is dit deel geschreven in bebopstijl. Het neemt de vorm aan van een jazzwals. De quasi-improvisatorische centrale passage omvat een vraag-en-antwoordspel voor de solist en het hoge hout.Solo: moeilijkheidsgraad 6Diamond Concertois eveneens verkrijgbaar voor euphonium en piano (AMP 374-401) en voor euphonium en harmonieorkest (AMP 354-010). Geschrieben für den Musikverein Mörschied, westlich von Frankfurt am Main an der Deutschen Edelsteinstraße gelegen, wurde jeder der drei Sätze von Diamond Concerto nach einem berühmten Diamanten benannt: 1 EARTH STAR ist eher stimmungstechnisch ein Stern. Der Satz beginnt mit einer freien Fantasie des Solisten über einem statischen Akkord des Orchesters. Dieses führt zu einem Allegro Moderato in Moll, in welchem kurze Motive von sowohl Orchester als auch Solist nach und nach wiederholt und entwickelt werden.2 OCEAN DREAM verwendet ein variiertes Zitat aus Music for Battle Creek von Philip Sparke, das ein schmelzende Melodie enthält, die schon im Gedanken an Stevengeschrieben worden war.3 BLUE HEART wurde auf Steven Meads Anregung hin im Bebop-Stil komponiert und weist die Form eines Jazz Waltz auf. Der quasi-improvisatorische Mittelteil enthält eine Passage im Call-and-Response-Muster, die sich zwischen Solist und den hohen Holzbläsern abspielt.Solist: Schwierigkeitsgrad 6Diamond Concerto ist für Euphonium und Klavier erhältlich (AMP 374-401) sowie für Euphonium und Blasorchester (AMP 354-010). Diamond Concerto est une œuvre de commande de la formation allemande Musikverein Mörschied, dirigée par le Dr Eric Grandjean, pour un concert avec un invité spécial, le soliste Steven Mead. Ensemble, ils ont créé cette œuvre le 28 avril 2012 au thé tre de la ville d’Idar-Oberstein.Cette commande représente l’un des points culminants d’une amitié de trente années entre le compositeur et le soliste, leur relation ayant donné naissance de nombreux enregistrements et concerts et, maintenant, un concerto. Pendant la composition de cette œuvre, Sparke avait sans cesse l’esprit le son bien particulier de l’euphonium de Steven Mead, et il a employé librement lavariété de styles que ce virtuose mondialement connu a adoptés au cours de sa brillante carrière de soliste.Le village de Mörschied se trouve l’ouest de Francfort-sur-le-Main, dans la région surnommée Route allemande des pierres précieuses, célèbre pour son industrie de la joaillerie. C’est pourquoi le compositeur a décidé de saluer cette province en intitulant son œuvre Diamond Concerto. Les trois mouvements sont chacun nommés d’après un diamant célèbre :1 EARTH STARDe caractère plutôt sérieux, ce mouvement débute avec une fantaisie libre pour le soliste sur un accord statique de l’orchestre. Vient ensuite un Allegro Moderato en mode mineur où de courts motifs sont progressivement répétés et développés par l’orchestre et le soliste.2 OCEAN DREAML’on pourra entendre ici une variante d’un extrait de Music for Battle Creek, incluant une mélodie lente et émouvante, que le compositeur écrivit alors dans l’optique d’une future interprétation réalisée par Steven Mead.3 BLUE HEARTSuivant l’idée de Steven Mead, ce mouvement est écrit dans un style de be-bop et prend la forme d’une valse jazzy. La partie centrale, quasi-improvisée, comprend un passage d’appel et réponse entre le soliste et les bois.Soliste: Difficulté 6Diamond Concerto est aussi disponible pour euphonium et piano (AMP 374-401) et euphonium et.
SKU: BT.AMP-354-130
Diamond Concerto was commissioned by Musikverein Mörschied from Germany - Dr. Eric Grandjean, conductor - for a special concert featuring Steven Mead as guest soloist. Together they gave the world premiere on 28th April 2012 in the town theatre of Idar-Oberstein.The commission is a highlight in the 30-year friendship between composer and soloist, which has included many mutual CD projects and concerts and, now, a concerto. Sparke had Steven Mead’s special euphonium sound in his head throughout the composition process and made free use of the variety of styles which the world-renowned virtuoso has made his own during his highly successful solo career.The village ofMörschied lies to the west of Frankfurt am Main in the area known as the German Road of Precious Stones, which is famous for its thriving gem industry. Because of this it was decided to give the commission a local connection by choosing the title, Diamond Concerto. Each of the three movements is named after a famous diamond:1 EARTH STARis rather stern in mood, opening with a free fantasy for the soloist over a static chord from the band. This leads to an Allegro Moderato in minor mode where small motives are gradually repeated and developed by both band and soloist.2 OCEAN DREAMuses a varied quote from the composer’s Music for Battle Creek, including a melting slow melody that was originally written with Steven Mead in mind.3 BLUE HEARTwas written, at Steven Mead’s suggestion, in bebop style and takes the form of a jazz waltz. The quasi-improvisatory central section features a call-and-response passage for the soloist and upper woodwinds.Soloist: Difficulty 6Diamond Concerto is available for euphonium and piano (AMP 374-401) as well as for euphonium and concert band (AMP 354-010). Diamond Concerto is geschreven in opdracht van de Duitse Musikverein Mörschied - met dirigent Eric Grandjean - voor een speciaal concert met Steven Mead als gastsolist. De wereldpremière vond plaats op 28 april 2012 in het Stadttheater van Idar-Oberstein.De opdracht vormt een hoogtepunt in de dertig jaar lange vriendschap van de componist en de solist - waarin ze aan vele gezamenlijke cd-projecten en concerten werkten. En nu is er dan dit concert. Sparke heeft het gecomponeerd met Steven Meads geheel eigen euphoniumklank in het achterhoofd. Hij paste daarbij de diverse stijlen toe die de wereldberoemde virtuoos zich heeft eigen gemaakt tijdens zijn succesvollesolocarrière.Het plaatsje Mörschied ligt ten westen van Frankfurt am Main, in het gebied dat bekendstaat als de Deutsche Edelsteinstrasse. Het is beroemd vanwege zijn bloeiende edelstenenindustrie. Om het werk een lokaal tintje te geven is een toepasselijke titel gekozen: Diamond Concerto. Elk van de drie delen is genoemd naar een beroemde edelsteen:1 EARTH STARDit deel is tamelijk sober van sfeer. Het opent met een vrije fantasie van de solist over een statisch akkoord in het orkest. Dan volgt een allegro moderato in mineur, met kleine motieven die geleidelijk worden herhaald en uitgewerkt door zowel het orkest als de solist.2 OCEAN DREAMHierin wordt een citaat van Sparke’s werk Music for Battle Creek naar voren gebracht, met een vloeiende, langzame melodie die van oorsprong werd geschreven met het spel van Steven Mead in gedachten.3 BLUE HEARTNaar een suggestie van Steven Mead zelf is dit deel geschreven in bebopstijl. Het neemt de vorm aan van een jazzwals. De quasi-improvisatorische centrale passage omvat een vraag-en-antwoordspel voor de solist en het hoge hout.Solo: moeilijkheidsgraad 6Diamond Concertois eveneens verkrijgbaar voor euphonium en piano (AMP 374-401) en voor euphonium en harmonieorkest (AMP 354-031). Geschrieben für den Musikverein Mörschied, westlich von Frankfurt am Main an der Deutschen Edelsteinstraße gelegen, wurde jeder der drei Sätze von Diamond Concerto nach einem berühmten Diamanten benannt: 1 EARTH STAR ist eher stimmungstechnisch ein Stern. Der Satz beginnt mit einer freien Fantasie des Solisten über einem statischen Akkord des Orchesters. Dieses führt zu einem Allegro Moderato in Moll, in welchem kurze Motive von sowohl Orchester als auch Solist nach und nach wiederholt und entwickelt werden.2 OCEAN DREAM verwendet ein variiertes Zitat aus Music for Battle Creek von Philip Sparke, das ein schmelzende Melodie enthält, die schon im Gedanken an Stevengeschrieben worden war.3 BLUE HEART wurde auf Steven Meads Anregung hin im Bebop-Stil komponiert und weist die Form eines Jazz Waltz auf. Der quasi-improvisatorische Mittelteil enthält eine Passage im Call-and-Response-Muster, die sich zwischen Solist und den hohen Holzbläsern abspielt.Solist: Schwierigkeitsgrad 6Diamond Concerto ist für Euphonium und Klavier erhältlich (AMP 374-401) sowie für Euphonium und Blasorchester (AMP 354-010). Diamond Concerto est une œuvre de commande de la formation allemande Musikverein Mörschied, dirigée par le Dr Eric Grandjean, pour un concert avec un invité spécial, le soliste Steven Mead. Ensemble, ils ont créé cette œuvre le 28 avril 2012 au thé tre de la ville d’Idar-Oberstein.Cette commande représente l’un des points culminants d’une amitié de trente années entre le compositeur et le soliste, leur relation ayant donné naissance de nombreux enregistrements et concerts et, maintenant, un concerto. Pendant la composition de cette œuvre, Sparke avait sans cesse l’esprit le son bien particulier de l’euphonium de Steven Mead, et il a employé librement lavariété de styles que ce virtuose mondialement connu a adoptés au cours de sa brillante carrière de soliste.Le village de Mörschied se trouve l’ouest de Francfort-sur-le-Main, dans la région surnommée Route allemande des pierres précieuses, célèbre pour son industrie de la joaillerie. C’est pourquoi le compositeur a décidé de saluer cette province en intitulant son œuvre Diamond Concerto. Les trois mouvements sont chacun nommés d’après un diamant célèbre :1 EARTH STARDe caractère plutôt sérieux, ce mouvement débute avec une fantaisie libre pour le soliste sur un accord statique de l’orchestre. Vient ensuite un Allegro Moderato en mode mineur où de courts motifs sont progressivement répétés et développés par l’orchestre et le soliste.2 OCEAN DREAML’on pourra entendre ici une variante d’un extrait de Music for Battle Creek, incluant une mélodie lente et émouvante, que le compositeur écrivit alors dans l’optique d’une future interprétation réalisée par Steven Mead.3 BLUE HEARTSuivant l’idée de Steven Mead, ce mouvement est écrit dans un style de be-bop et prend la forme d’une valse jazzy. La partie centrale, quasi-improvisée, comprend un passage d’appel et réponse entre le soliste et les bois.Soliste: Difficulté 6Diamond Concerto est aussi disponible pour euphonium et piano (AMP 374-401) et euphonium et.
SKU: BT.AMP-354-010
Diamond Concerto was commissioned by Musikverein Mörschied from Germany - Dr. Eric Grandjean, conductor - for a special concert featuring Steven Mead as guest soloist. Together they gave the world premiere on 28th April 2012 in the town theatre of Idar-Oberstein.The commission is a highlight in the 30-year friendship between composer and soloist, which has included many mutual CD projects and concerts and, now, a concerto. Sparke had Steven Mead’s special euphonium sound in his head throughout the composition process and made free use of the variety of styles which the world-renowned virtuoso has made his own during his highly successful solo career.The village ofMörschied lies to the west of Frankfurt am Main in the area known as the German Road of Precious Stones, which is famous for its thriving gem industry. Because of this it was decided to give the commission a local connection by choosing the title, Diamond Concerto. Each of the three movements is named after a famous diamond:1 EARTH STARis rather stern in mood, opening with a free fantasy for the soloist over a static chord from the band. This leads to an Allegro Moderato in minor mode where small motives are gradually repeated and developed by both band and soloist.2 OCEAN DREAMuses a varied quote from the composer’s Music for Battle Creek, including a melting slow melody that was originally written with Steven Mead in mind.3 BLUE HEARTwas written, at Steven Mead’s suggestion, in bebop style and takes the form of a jazz waltz. The quasi-improvisatory central section features a call-and-response passage for the soloist and upper woodwinds.Soloist: Difficulty 6Diamond Concerto is available for euphonium and piano (AMP 374-401) as well as for euphonium and brass band (AMP 354-030). Diamond Concerto is geschreven in opdracht van de Duitse Musikverein Mörschied - met dirigent Eric Grandjean - voor een speciaal concert met Steven Mead als gastsolist. De wereldpremière vond plaats op 28 april 2012 in het Stadttheater van Idar-Oberstein.De opdracht vormt een hoogtepunt in de dertig jaar lange vriendschap van de componist en de solist - waarin ze aan vele gezamenlijke cd-projecten en concerten werkten. En nu is er dan dit concert. Sparke heeft het gecomponeerd met Steven Meads geheel eigen euphoniumklank in het achterhoofd. Hij paste daarbij de diverse stijlen toe die de wereldberoemde virtuoos zich heeft eigen gemaakt tijdens zijn succesvollesolocarrière.Het plaatsje Mörschied ligt ten westen van Frankfurt am Main, in het gebied dat bekendstaat als de Deutsche Edelsteinstrasse. Het is beroemd vanwege zijn bloeiende edelstenenindustrie. Om het werk een lokaal tintje te geven is een toepasselijke titel gekozen: Diamond Concerto. Elk van de drie delen is genoemd naar een beroemde edelsteen:1 EARTH STARDit deel is tamelijk sober van sfeer. Het opent met een vrije fantasie van de solist over een statisch akkoord in het orkest. Dan volgt een allegro moderato in mineur, met kleine motieven die geleidelijk worden herhaald en uitgewerkt door zowel het orkest als de solist.2 OCEAN DREAMHierin wordt een citaat van Sparke’s werk Music for Battle Creek naar voren gebracht, met een vloeiende, langzame melodie die van oorsprong werd geschreven met het spel van Steven Mead in gedachten.3 BLUE HEARTNaar een suggestie van Steven Mead zelf is dit deel geschreven in bebopstijl. Het neemt de vorm aan van een jazzwals. De quasi-improvisatorische centrale passage omvat een vraag-en-antwoordspel voor de solist en het hoge hout.Solo: moeilijkheidsgraad 6Diamond Concertois eveneens verkrijgbaar voor euphonium en piano (AMP 374-401) en voor euphonium en brass band (AMP 354-030). Geschrieben für den Musikverein Mörschied, westlich von Frankfurt am Main an der Deutschen Edelsteinstraße gelegen, wurde jeder der drei Sätze von Diamond Concerto nach einem berühmten Diamanten benannt: 1 EARTH STAR ist eher stimmungstechnisch ein Stern. Der Satz beginnt mit einer freien Fantasie des Solisten über einem statischen Akkord des Orchesters. Dieses führt zu einem Allegro Moderato in Moll, in welchem kurze Motive von sowohl Orchester als auch Solist nach und nach wiederholt und entwickelt werden.2 OCEAN DREAM verwendet ein variiertes Zitat aus Music for Battle Creek von Philip Sparke, das ein schmelzende Melodie enthält, die schon im Gedanken an Stevengeschrieben worden war.3 BLUE HEART wurde auf Steven Meads Anregung hin im Bebop-Stil komponiert und weist die Form eines Jazz Waltz auf. Der quasi-improvisatorische Mittelteil enthält eine Passage im Call-and-Response-Muster, die sich zwischen Solist und den hohen Holzbläsern abspielt.Solist: Schwierigkeitsgrad 6Diamond Concerto ist für Euphonium und Klavier erhältlich (AMP 374-401) sowie für Euphonium und Brass Band (AMP 354-030). Diamond Concerto est une œuvre de commande de la formation allemande Musikverein Mörschied, dirigée par le Dr Eric Grandjean, pour un concert avec un invité spécial, le soliste Steven Mead. Ensemble, ils ont créé cette œuvre le 28 avril 2012 au thé tre de la ville d’Idar-Oberstein.Cette commande représente l’un des points culminants d’une amitié de trente années entre le compositeur et le soliste, leur relation ayant donné naissance de nombreux enregistrements et concerts et, maintenant, un concerto. Pendant la composition de cette œuvre, Sparke avait sans cesse l’esprit le son bien particulier de l’euphonium de Steven Mead, et il a employé librement lavariété de styles que ce virtuose mondialement connu a adoptés au cours de sa brillante carrière de soliste.Le village de Mörschied se trouve l’ouest de Francfort-sur-le-Main, dans la région surnommée Route allemande des pierres précieuses, célèbre pour son industrie de la joaillerie. C’est pourquoi le compositeur a décidé de saluer cette province en intitulant son œuvre Diamond Concerto. Les trois mouvements sont chacun nommés d’après un diamant célèbre :1 EARTH STARDe caractère plutôt sérieux, ce mouvement débute avec une fantaisie libre pour le soliste sur un accord statique de l’orchestre. Vient ensuite un Allegro Moderato en mode mineur où de courts motifs sont progressivement répétés et développés par l’orchestre et le soliste.2 OCEAN DREAML’on pourra entendre ici une variante d’un extrait de Music for Battle Creek, incluant une mélodie lente et émouvante, que le compositeur écrivit alors dans l’optique d’une future interprétation réalisée par Steven Mead.3 BLUE HEARTSuivant l’idée de Steven Mead, ce mouvement est écrit dans un style de be-bop et prend la forme d’une valse jazzy. La partie centrale, quasi-improvisée, comprend un passage d’appel et réponse entre le soliste et les bois.Soliste: Difficulté 6Diamond Concerto est aussi disponible pour euphonium et piano (AMP 374-401) et euphonium et brass.
SKU: HL.44011228
UPC: 884088876845. 9.0x12.0x1.477 inches. English-German-French-Dutch.
Diamond Concerto was commissioned by Musikverein Morschied from Germany - Dr. Eric Grandjean, conductor - for a special concert featuring Steven Mead as guest soloist. Together they gave the world premiere on 28th April 2012 in the town theatre of Idar-Oberstein.The commission is a highlight in the 30-year friendship between composer and soloist, which has included many mutual CD projects and concerts and, now, a concerto. Sparke had Steven Mead's special euphonium sound in his head throughout the composition process and made free use of the variety of styles which the world-renowned virtuoso has made his own during his highly successful solo career.The village ofMorschied lies to the west of Frankfurt am Main in the area known as the German Road of Precious Stones, which is famous for its thriving gem industry. Because of this it was decided to give the commission a local connection by choosing the title, Diamond Concerto. Each of the three movements is named after a famous diamond:1 EARTH STARis rather stern in mood, opening with a free fantasy for the soloist over a static chord from the band. This leads to an Allegro Moderato in minor mode where small motives are gradually repeated and developed by both band and soloist.2 OCEAN DREAMuses a varied quote from the composer's Music for Battle Creek, including a melting slow melody that was originally written with Steven Mead in mind.3 BLUE HEARTwas written, at Steven Mead's suggestion, in bebop style and takes the form of a jazz waltz. The quasi-improvisatory central section features a call-and-response passage for the soloist and upper woodwinds.Soloist: Difficulty 6Diamond Concerto is available for euphonium and piano (AMP 374-401) as well as for euphonium and brass band (AMP 354-030). Diamond Concerto is geschreven in opdracht van de Duitse Musikverein Morschied - met dirigent Eric Grandjean - voor een speciaal concert met Steven Mead als gastsolist. De wereldpremiere vond plaats op 28 april 2012 in het Stadttheater van Idar-Oberstein.De opdracht vormt een hoogtepunt in de dertig jaar lange vriendschap van de componist en de solist - waarin ze aan vele gezamenlijke cd-projecten en concerten werkten. En nu is er dan dit concert. Sparke heeft het gecomponeerd met Steven Meads geheel eigen euphoniumklank in het achterhoofd. Hij paste daarbij de diverse stijlen toe die de wereldberoemde virtuoos zich heeft eigen gemaakt tijdens zijn succesvollesolocarriere.Het plaatsje Morschied ligt ten westen van Frankfurt am Main, in het gebied dat bekendstaat als de Deutsche Edelsteinstrasse. Het is beroemd vanwege zijn bloeiende edelstenenindustrie. Om het werk een lokaal tintje te geven is een toepasselijke titel gekozen: Diamond Concerto. Elk van de drie delen is genoemd naar een beroemde edelsteen:1 EARTH STARDit deel is tamelijk sober van sfeer. Het opent met een vrije fantasie van de solist over een statisch akkoord in het orkest. Dan volgt een allegro moderato in mineur, met kleine motieven die geleidelijk worden herhaald en uitgewerkt door zowel het orkest als de solist.2 OCEAN DREAMHierin wordt een citaat van Sparke's werk Music for Battle Creek naar voren gebracht, met een vloeiende, langzame melodie die van oorsprong werd geschreven met het spel van Steven Mead in gedachten.3 BLUE HEARTNaar een suggestie van Steven Mead zelf is dit deel geschreven in bebopstijl. Het neemt de vorm aan van een jazzwals. De quasi-improvisatorische centrale passage omvat een vraag-en-antwoordspel voor de solist en het hoge hout.Solo: moeilijkheidsgraad 6Diamond Concertois eveneens verkrijgbaar voor euphonium en piano (AMP 374-401) en voor euphonium en brass band (AMP 354-030). Geschrieben fur den Musikverein Morschied, westlich von Frankfurt am Main an der Deutschen Edelsteinstrasse gelegen, wurde jeder der drei Satze von Diamond Concerto nach einem beruhmten Diamanten benannt: 1 EARTH STAR ist eher stimmungstechnisch ein Stern. Der Satz beginnt mit einer freien Fantasie des Solisten uber einem statischen Akkord des Orchesters. Dieses fuhrt zu einem Allegro Moderato in Moll, in welchem kurze Motive von sowohl Orchester als auch Solist nach und nach wiederholt und entwickelt werden.2 OCEAN DREAM verwendet ein variiertes Zitat aus Music for Battle Creek von Philip Sparke, das ein schmelzende Melodie enthalt, die schon im Gedanken an Stevengeschrieben worden war.3 BLUE HEART wurde auf Steven Meads Anregung hin im Bebop-Stil komponiert und weist die Form eines Jazz Waltz auf. Der quasi-improvisatorische Mittelteil enthalt eine Passage im Call-and-Response-Muster, die sich zwischen Solist und den hohen Holzblasern abspielt.Solist: Schwierigkeitsgrad 6Diamond Concerto ist fur Euphonium und Klavier erhaltlich (AMP 374-401) sowie fur Euphonium und Brass Band (AMP 354-030). Diamond Concerto est une œuvre de commande de la formation allemande Musikverein Morschied, dirigee par le Dr Eric Grandjean, pour un concert avec un invite special, le soliste Steven Mead. Ensemble, ils ont cree cette œuvre le 28 avril 2012 au theatre de la ville d'Idar-Oberstein.Cette commande represente l'un des points culminants d'une amitie de trente annees entre le compositeur et le soliste, leur relation ayant donne naissance a de nombreux enregistrements et concerts et, maintenant, a un concerto. Pendant la composition de cette œuvre, Sparke avait sans cesse a l'esprit le son bien particulier de l'euphonium de Steven Mead, et il a employe librement lavariete de styles que ce virtuose mondialement connu a adoptes au cours de sa brillante carriere de soliste.Le village de Morschied se trouve a l'ouest de Francfort-sur-le-Main, dans la region surnommee Route allemande des pierres precieuses, celebre pour son industrie de la joaillerie. C'est pourquoi le compositeur a decide de saluer cette province en intitulant son œuvre Diamond Concerto. Les trois mouvements sont chacun nommes d'apres un diamant celebre :1 EARTH STARDe caractere plutot serieux, ce mouvement debute avec une fantaisie libre pour le soliste sur un accord statique de l'orchestre. Vient ensuite un Allegro Moderato en mode mineur ou de courts motifs sont progressivement repetes et developpes par l'orchestre et le soliste.2 OCEAN DREAML'on pourra entendre ici une variante d'un extrait de Music for Battle Creek, incluant une melodie lente et emouvante, que le compositeur ecrivit alors dans l'optique d'une future interpretation realisee par Steven Mead.3 BLUE HEARTSuivant l'idee de Steven Mead, ce mouvement est ecrit dans un style de be-bop et prend la forme d'une valse jazzy. La partie centrale, quasi-improvisee, comprend un passage d'appel et reponse entre le soliste et les bois.Soliste: Difficulte 6Diamond Concerto est aussi disponible pour euphonium et piano (AMP 374-401) et euphonium et brass.
SKU: HL.44011229
UPC: 884088876852. 9x12 inches. English-German-French-Dutch.
SKU: AP.36-A128148
ISBN 9798892702294. UPC: 659359602160. English.
Ludwig van Beethoven (1770-1827) completed his Piano Concerto No. 3 in C minor in 1803, not long after writing the famous letter to his brothers, the Heiligenstadt Testament, in which he lamented his increasing deafness. He gave the first performance of the piece, as soloist, on April 5 in a public benefit concert at the Theater an der Wien in Vienna. The opening melody in the first movement bears striking similarity to the first theme heard in Mozart's 24th piano concerto. As a whole, the piece provides an essential link between the Mozartean charm of the two earlier concertos and the more idiosyncratic work found in his middle period. Instrumentation: 2.2.2.2: 2.2.0.0: Timp: Str (4-4-3-3-3 in set): Solo Piano.
These products are currently being prepared by a new publisher. While many items are ready and will ship on time, some others may see delays of several months.
SKU: AP.36-A128102
UPC: 659359919480. English.
SKU: AP.36-A128101
ISBN 9798892701303. UPC: 659359867675. English.
SKU: AP.36-A151902
UPC: 660355031649. English.
Written by Norwegian composer Edvard Grieg (1843-1907) in 1868, the Piano Concerto in A minor, Op. 16 is the only concerto completed by Grieg. It remains one of his most popular works and is among the most popular concerti for piano in the repertoire. Similar to, and perhaps influenced by, Robert Schumann's Piano Concerto, the work also provides some evidence of Grieg's interest in Norwegian folk music, with the cascading motif of a falling minor second followed by a falling major third in the opening flourish typical to the folk music of the composer's native country. Recorded by Wilhelm Backhaus in 1909, this piano concerto is the first to ever be recorded, albeit heavily abridged to only six minutes due to technological limitations. Instrumentation: 2(2dPicc).2.2.2: 4.2.3.0: Timp: Str (9-8-7-6-5 in set): Solo Piano.
SKU: HL.14040503
UPC: 884088885472. 9x12 inches.
François Devienne (1759 - 1803) was a French flutist and composer, as well as a founding professor at the Paris Conservatory, which was established in 1795. During his lifetime, Devienne composed over 300 works, most of which were scored for Wind Instruments.
Devienne belonged to a line of French flutists and composers who, over a period of a century, had adopted a German transverse Flute and made it a quintessentially French musical instrument. He followed the path of predecessors such as Michel de la Barre and Michel Blavet in establishing a French school of Flute playing and composition.
Devienne wrotehundreds of works for the Flute, as well as a renowned tuition manual. His 7th Concerto is thought by many to be the best of the dozen or more concertos that he composed during his lifetime. This concerto was composed in or around 1787, shortly before the French revolution. As in Mozart's later works, the passions of the time can be clearly heard - particularly in the vigorous opening theme in E minor. In contrast to the stately Allegro, the theme is gentle and lyrical, yet intriguing, with the Flute almost mimicking bird call.
SKU: AP.36-A151901
ISBN 9781638877127. UPC: 735816332983. English.
SKU: CY.CC3136
ISBN 9790530111055. 8.5 x 11 in inches.
This fine work has sat dormant for many years and has now come to light thanks to the efforts of Charlie Vernon, Bass Trombonist of the Chicago Symphony, who performed this virtuoso work as a young performer. The concerto is in the standard three movement form: Fast, slow, fast. This publication is a reduction from the original orchestral version (to be released at some point in the future). Here is a description of the Concerto by the composer, John W. Ware. I started on the trombone concerto in my junior year studying composition at Indiana University. While working on it, I learned of an opportunity to make it sort of a thesis piece (though students didn't write a thesis in composition while an undergrad). The original version was for trombone with string orchestra, and it was performed by the IU String Orchestra, conducted by Dr. Arthur Corra, with Robert Priez, trombone, as part of my senior composition recital. I thought the performance was quite good (Priez played extraordinarily well), and the piece received a newspaper review in the Indiana Daily Student, in which the reviewer wrote that the work was almost too exciting. I thought at the time that he had given me and my music a fine compliment. I made a piano version of the accompaniment, shortening and tightening the first movement, for performances in 1966; I made a second revision in 1967 for a performance by E. J. Eaton, trombonist at the University of Tennessee at Martin, arriving at the form in which the work exists now. The first movement is in fairly normal sonata-allegro form, in the key of A minor. It alternates between assertive and more thoughtful moods. There is no introduction; the soloist enters immediately and dominates much of the movement. The main theme is--by some manipulation--a source for most of the other themes, and all of the themes are used in close proximity to each other, including contrapuntal combinations, especially near the end. Originally the movement included a lengthy fugato, now much shortened and including a stretto that builds and subsides before a cadenza leading to a coda based on both the principal and secondary themes. Key relations in this movement, as in the other two, are quite free and often chromatic, with frequent third-relations; but returns to the tonic at the end are emphatic. The writing is challenging for both soloist and accompanist; the piece is substantial, requiring technique and stamina. The second movement is in F minor and is also built on both contrast and close relationships between the main and secondary themes. The main theme is heard in the piano part before the soloist enters. The mood is more lyric than in the first movement, but with dramatic episodes also. In this movement are some definite derivations from themes in the first movement. The ending is a sort of lengthened shadow of the opening. The finale returns to A minor, with themes slightly related to polonaise rhythms, but with strong echoes of first-movement themes. Here, too, dramatic and lyric episodes alternate, with dotted rhythms frequently propelling the music forward. The introduction is a brief and simple preparation for the solo entry. Later in the movement, a very brief, slightly slower section is soon overtaken by the original tempo. Toward the end, there is a second cadenza, again leading to a swift and energetic coda. The work is about 20 minutes in length and is appropriate for advanced performers.
SKU: HH.HH027-MIN
ISBN 9790708024552.
This very fine concerto is remarkable for its powerful expression associated with the minor mode, for its active contrapuntal writing, and for its rich chromatic harmony. In the first movement the highly effective solo part makes the most of the resonating properties of the key of A minor, from the ingenious opening variant of the motto to the brilliant capriccio around the open E string that leads to the final Da Capo.
SKU: HH.HH027-STR
SKU: HH.HH027-IPT
ISBN 9790708024576.
SKU: BT.WA-4139-401
English.
One of the most famous opening melodies in the piano repertoire. Now available as a value for money single title.
SKU: CF.MXE219
ISBN 9781491157794. UPC: 680160916399. 9 x 12 inches.
Preface In 1990, during an intense rehearsal of a Mozart Quartet transcription for flute and strings by Franz Anton Hoffmeister, at the Marblehead Summer Music Festival, a disgruntled violist friend complained about HoffmeisterAs awkward string writing, suddenly daring me to create my own arrangement. I balked. But the following winterA3despite scruples about treading on hallowed groundA3I grew curious and began to experiment. Soon I was hooked on the challenge of learning to speak MozartAs language with conviction. This fascination, encouraged by pianist Richard Goode and other Mozarteans, would eventually generate a total of thirty-nine recreations of Mozart piano sonatas as works for flute and strings. With zero tolerance for alteration of melodic or harmonic materialA3MozartAs friend Hoffmeister had regrettably attempted such A!improvementsA(r)A3I always tried to envision what Mozart himself would have desired. Many of the sonatas can be heard as if they were MozartAs A!blueprintsA(r) of imagined chamber works. Hence my task was to A!flesh outA(r) the keyboard versions as Mozart might have done, had a commission or performance opportunity arisen. I spent hours pondering how Mozart might have set these sonatas in four- or five-part form, providing the needed textural or contrapuntal enhancements. With immersion in the composerAs dialect, various apt solutions presented themselves. The search for the A!rightA(r) one then became a most absorbing study. On the eve of releasing my BognerAs CafA recording of Mozart-Stallman New Quintets (2006), I discovered to my delight that a prominent scholar had long before endorsed such an effort. Eric Blom (1888A+-1959), author of Mozart (1935), had taken note of the four-hand piano works as A!a kind of keyboard chamber music.A(r) Regarding Sonata, K. 497, Mr. Blom had observed that Mozart is often dealing with, not the expected four voices (one to a hand), but five. Blom states: A!The F major Sonata (K. 497) removes us to another worldA3the world of the great chamber music, especially of the string quintets. Indeed an arrangement of some sort for a combination of instruments would make a magnificent concert work of this almost uncomfortably great piece of domestic music.A(r) That Mozart was in 1786 writing for piano duo from a quintet perspective makes sense, as we find him returning to the quintet form with keen interest in his last years, writing four String Quintets, the Clarinet Quintet, rearranging a wind serenade for String Quintet, and leaving several other quintets incomplete. My arrangement presented here is made for flute and strings but is also intended for string quintet. Quintet in F Major for Flute and Strings, K. 497, was completed in 1999 and performed with the Martin Quartet in the Czech Republic prior to recording it in 2004. Mozart had finished the original Sonata in F Major for Piano, Four-Hands, K. 497, on August 1, 1786. It shows the unmistakable influence of Figaro, completed and premiered exactly three months prior. As signaled by the imposing introductory Adagio, the conception is on a grand symphonic scale, all three movements being richly developed with contrapuntal episodes and an abundance of marvelously contrasting textures and themes throughout. Called A!the crowning work of its kindA(r) by Alfred Einstein, the Sonata is laden with examples of MozartAs mercurial originality. Here we have a perfect synthesis of concertante brilliance, operatic intensity and intimate dialogue. The work opens in unison with a probing, minor-tinged Adagio, whose question comes to a pause on the dominant, before being answered with jaunty certainty by the opening theme of the Allegro di moltoA3an F-major tune as sunny and confident as an aria from Figaro itself. This movementAs declamatory A!opera chorusA(r) persistently intones its rhythmic motto over a swirling scale figure. The amorous second theme (initially presented in the first viola) also seems to be plucked from Figaro. The Andante opens with a heavenly melody, which takes as its springboard the Romanza theme from the Horn Concerto in E Major, K. 495, written only five weeks before. The A!love duetA(r) between flute and first viola seems to anticipate the impassioned A!duettingA(r) between violin and viola in the Andante of the String Quintet in C Major, K. 515, written about nine months later. The ingenious stretto canon of the AndanteAs middle section requires the precision of a Swiss clock (which its chiming thirds recall). Affecting bucolic codettas close each of the main sections of the movement. In the final Allegro, a rondo in 6/8a time, the puckish, yet aristocratic character of the opening theme contrasts with the bumptious, popular tune used for the second theme (heard first in the violin and then the flute, over pizzicato cello). Lilting hymn-like episodes in three, four- and finally five-part counterpoint are repeatedly interrupted by startling scale figures that rise up in furioso episodes throughout the movement. As in the A!Swiss clockA(r) section of the Andante, Mozart uses a stretto imitation treatment with this tempest theme, thereby heightening both intensity and sense of instability. I am most grateful to the adventuresome Martin Quartet for their warm support and collaboration over the years with several of my arrangements, and to my friend Edwin Swanborn for the original typesetting of this score. Gratitude is also due Weekend Edition, Performance Today and innumerable classical stations across the United States for their enthusiastic and repeated airings of my A!newA(r) Mozart Quintet endeavorsA3and most of all, to violist Katherine Murdock for that dare in 1990. A3Compiled from the writings of Robert Stallman by Hannah Woods Stallman, February 2, 2020.Preface In 1990, during an intense rehearsal of a Mozart Quartet transcription for flute and strings by Franz Anton Hoffmeister, at the Marblehead Summer Music Festival, a disgruntled violist friend complained about Hoffmeisteris awkward string writing, suddenly daring me to create my own arrangement. I balked. But the following winterodespite scruples about treading on hallowed groundoI grew curious and began to experiment. Soon I was hooked on the challenge of learning to speak Mozartis language with conviction. This fascination, encouraged by pianist Richard Goode and other Mozarteans, would eventually generate a total of thirty-nine recreations of Mozart piano sonatas as works for flute and strings. With zero tolerance for alteration of melodic or harmonic materialoMozartis friend Hoffmeister had regrettably attempted such iimprovementsioI always tried to envision what Mozart himself would have desired. Many of the sonatas can be heard as if they were Mozartis iblueprintsi of imagined chamber works. Hence my task was to iflesh outi the keyboard versions as Mozart might have done, had a commission or performance opportunity arisen. I spent hours pondering how Mozart might have set these sonatas in four- or five-part form, providing the needed textural or contrapuntal enhancements. With immersion in the composeris dialect, various apt solutions presented themselves. The search for the irighti one then became a most absorbing study. On the eve of releasing my Bogneris CafE recording of Mozart-Stallman New Quintets (2006), I discovered to my delight that a prominent scholar had long before endorsed such an effort. Eric Blom (1888n1959), author of Mozart (1935), had taken note of the four-hand piano works as ia kind of keyboard chamber music.i Regarding Sonata, K. 497, Mr. Blom had observed that Mozart is often dealing with, not the expected four voices (one to a hand), but five. Blom states: iThe F major Sonata (K. 497) removes us to another worldothe world of the great chamber music, especially of the string quintets. Indeed an arrangement of some sort for a combination of instruments would make a magnificent concert work of this almost uncomfortably great piece of domestic music.i That Mozart was in 1786 writing for piano duo from a quintet perspective makes sense, as we find him returning to the quintet form with keen interest in his last years, writing four String Quintets, the Clarinet Quintet, rearranging a wind serenade for String Quintet, and leaving several other quintets incomplete. My arrangement presented here is made for flute and strings but is also intended for string quintet. Quintet in F Major for Flute and Strings, K. 497, was completed in 1999 and performed with the Martin Quartet in the Czech Republic prior to recording it in 2004. Mozart had finished the original Sonata in F Major for Piano, Four-Hands, K. 497, on August 1, 1786. It shows the unmistakable influence of Figaro, completed and premiered exactly three months prior. As signaled by the imposing introductory Adagio, the conception is on a grand symphonic scale, all three movements being richly developed with contrapuntal episodes and an abundance of marvelously contrasting textures and themes throughout. Called ithe crowning work of its kindi by Alfred Einstein, the Sonata is laden with examples of Mozartis mercurial originality. Here we have a perfect synthesis of concertante brilliance, operatic intensity and intimate dialogue. The work opens in unison with a probing, minor-tinged Adagio, whose question comes to a pause on the dominant, before being answered with jaunty certainty by the opening theme of the Allegro di moltooan F-major tune as sunny and confident as an aria from Figaro itself. This movementis declamatory iopera chorusi persistently intones its rhythmic motto over a swirling scale figure. The amorous second theme (initially presented in the first viola) also seems to be plucked from Figaro. The Andante opens with a heavenly melody, which takes as its springboard the Romanza theme from the Horn Concerto in E Major, K. 495, written only five weeks before. The ilove dueti between flute and first viola seems to anticipate the impassioned iduettingi between violin and viola in the Andante of the String Quintet in C Major, K. 515, written about nine months later. The ingenious stretto canon of the Andanteis middle section requires the precision of a Swiss clock (which its chiming thirds recall). Affecting bucolic codettas close each of the main sections of the movement. In the final Allegro, a rondo in 6/8+time, the puckish, yet aristocratic character of the opening theme contrasts with the bumptious, popular tune used for the second theme (heard first in the violin and then the flute, over pizzicato cello). Lilting hymn-like episodes in three, four- and finally five-part counterpoint are repeatedly interrupted by startling scale figures that rise up in furioso episodes throughout the movement. As in the iSwiss clocki section of the Andante, Mozart uses a stretto imitation treatment with this tempest theme, thereby heightening both intensity and sense of instability. I am most grateful to the adventuresome Martin Quartet for their warm support and collaboration over the years with several of my arrangements, and to my friend Edwin Swanborn for the original typesetting of this score. Gratitude is also due Weekend Edition, Performance Today and innumerable classical stations across the United States for their enthusiastic and repeated airings of my inewi Mozart Quintet endeavorsoand most of all, to violist Katherine Murdock for that dare in 1990. oCompiled from the writings of Robert Stallman by Hannah Woods Stallman, February 2, 2020.Preface In 1990, during an intense rehearsal of a Mozart Quartet transcription for flute and strings by Franz Anton Hoffmeister, at the Marblehead Summer Music Festival, a disgruntled violist friend complained about Hoffmeister's awkward string writing, suddenly daring me to create my own arrangement. I balked. But the following winter--despite scruples about treading on hallowed ground--I grew curious and began to experiment. Soon I was hooked on the challenge of learning to speak Mozart's language with conviction. This fascination, encouraged by pianist Richard Goode and other Mozarteans, would eventually generate a total of thirty-nine recreations of Mozart piano sonatas as works for flute and strings. With zero tolerance for alteration of melodic or harmonic material--Mozart's friend Hoffmeister had regrettably attempted such improvements--I always tried to envision what Mozart himself would have desired. Many of the sonatas can be heard as if they were Mozart's blueprints of imagined chamber works. Hence my task was to flesh out the keyboard versions as Mozart might have done, had a commission or performance opportunity arisen. I spent hours pondering how Mozart might have set these sonatas in four- or five-part form, providing the needed textural or contrapuntal enhancements. With immersion in the composer's dialect, various apt solutions presented themselves. The search for the right one then became a most absorbing study. On the eve of releasing my Bogner's Cafe recording of Mozart-Stallman New Quintets (2006), I discovered to my delight that a prominent scholar had long before endorsed such an effort. Eric Blom (1888-1959), author of Mozart (1935), had taken note of the four-hand piano works as a kind of keyboard chamber music. Regarding Sonata, K. 497, Mr. Blom had observed that Mozart is often dealing with, not the expected four voices (one to a hand), but five. Blom states: The F major Sonata (K. 497) removes us to another world--the world of the great chamber music, especially of the string quintets. Indeed an arrangement of some sort for a combination of instruments would make a magnificent concert work of this almost uncomfortably great piece of domestic music. That Mozart was in 1786 writing for piano duo from a quintet perspective makes sense, as we find him returning to the quintet form with keen interest in his last years, writing four String Quintets, the Clarinet Quintet, rearranging a wind serenade for String Quintet, and leaving several other quintets incomplete. My arrangement presented here is made for flute and strings but is also intended for string quintet. Quintet in F Major for Flute and Strings, K. 497, was completed in 1999 and performed with the Martinu Quartet in the Czech Republic prior to recording it in 2004. Mozart had finished the original Sonata in F Major for Piano, Four-Hands, K. 497, on August 1, 1786. It shows the unmistakable influence of Figaro, completed and premiered exactly three months prior. As signaled by the imposing introductory Adagio, the conception is on a grand symphonic scale, all three movements being richly developed with contrapuntal episodes and an abundance of marvelously contrasting textures and themes throughout. Called the crowning work of its kind by Alfred Einstein, the Sonata is laden with examples of Mozart's mercurial originality. Here we have a perfect synthesis of concertante brilliance, operatic intensity and intimate dialogue. The work opens in unison with a probing, minor-tinged Adagio, whose question comes to a pause on the dominant, before being answered with jaunty certainty by the opening theme of the Allegro di molto--an F-major tune as sunny and confident as an aria from Figaro itself. This movement's declamatory opera chorus persistently intones its rhythmic motto over a swirling scale figure. The amorous second theme (initially presented in the first viola) also seems to be plucked from Figaro. The Andante opens with a heavenly melody, which takes as its springboard the Romanza theme from the Horn Concerto in E<= Major, K. 495, written only five weeks before. The love duet between flute and first viola seems to anticipate the impassioned duetting between violin and viola in the Andante of the String Quintet in C Major, K. 515, written about nine months later. The ingenious stretto canon of the Andante's middle section requires the precision of a Swiss clock (which its chiming thirds recall). Affecting bucolic codettas close each of the main sections of the movement. In the final Allegro, a rondo in 6/8 time, the puckish, yet aristocratic character of the opening theme contrasts with the bumptious, popular tune used for the second theme (heard first in the violin and then the flute, over pizzicato cello). Lilting hymn-like episodes in three, four- and finally five-part counterpoint are repeatedly interrupted by startling scale figures that rise up in furioso episodes throughout the movement. As in the Swiss clock section of the Andante, Mozart uses a stretto imitation treatment with this tempest theme, thereby heightening both intensity and sense of instability. I am most grateful to the adventuresome Martinu Quartet for their warm support and collaboration over the years with several of my arrangements, and to my friend Edwin Swanborn for the original typesetting of this score. Gratitude is also due Weekend Edition, Performance Today and innumerable classical stations across the United States for their enthusiastic and repeated airings of my new Mozart Quintet endeavors--and most of all, to violist Katherine Murdock for that dare in 1990. --Compiled from the writings of Robert Stallman by Hannah Woods Stallman, February 2, 2020.PrefaceIn 1990, during an intense rehearsal of a Mozart Quartet transcription for flute and strings by Franz Anton Hoffmeister, at the Marblehead Summer Music Festival, a disgruntled violist friend complained about Hoffmeister’s awkward string writing, suddenly daring me to create my own arrangement. I balked. But the following winter—despite scruples about treading on hallowed ground—I grew curious and began to experiment. Soon I was hooked on the challenge of learning to speak Mozart’s language with conviction. This fascination, encouraged by pianist Richard Goode and other Mozarteans, would eventually generate a total of thirty-nine recreations of Mozart piano sonatas as works for flute and strings.With zero tolerance for alteration of melodic or harmonic material—Mozart’s friend Hoffmeister had regrettably attempted such “improvementsâ€â€”I always tried to envision what Mozart himself would have desired. Many of the sonatas can be heard as if they were Mozart’s “blueprints†of imagined chamber works. Hence my task was to “flesh out†the keyboard versions as Mozart might have done, had a commission or performance opportunity arisen. I spent hours pondering how Mozart might have set these sonatas in four- or five-part form, providing the needed textural or contrapuntal enhancements. With immersion in the composer’s dialect, various apt solutions presented themselves. The search for the “right†one then became a most absorbing study.On the eve of releasing my Bogner’s Café recording of Mozart-Stallman New Quintets (2006), I discovered to my delight that a prominent scholar had long before endorsed such an effort. Eric Blom (1888–1959), author of Mozart (1935), had taken note of the four-hand piano works as “a kind of keyboard chamber music.†Regarding Sonata, K. 497, Mr. Blom had observed that Mozart is often dealing with, not the expected four voices (one to a hand), but five. Blom states: “The F major Sonata (K. 497) removes us to another world—the world of the great chamber music, especially of the string quintets. Indeed an arrangement of some sort for a combination of instruments would make a magnificent concert work of this almost uncomfortably great piece of domestic music.†That Mozart was in 1786 writing for piano duo from a quintet perspective makes sense, as we find him returning to the quintet form with keen interest in his last years, writing four String Quintets, the Clarinet Quintet, rearranging a wind serenade for String Quintet, and leaving several other quintets incomplete. My arrangement presented here is made for flute and strings but is also intended for string quintet.Quintet in F Major for Flute and Strings, K. 497, was completed in 1999 and performed with the Martinů Quartet in the Czech Republic prior to recording it in 2004. Mozart had finished the original Sonata in F Major for Piano, Four-Hands, K. 497, on August 1, 1786. It shows the unmistakable influence of Figaro, completed and premiered exactly three months prior. As signaled by the imposing introductory Adagio, the conception is on a grand symphonic scale, all three movements being richly developed with contrapuntal episodes and an abundance of marvelously contrasting textures and themes throughout. Called “the crowning work of its kind†by Alfred Einstein, the Sonata is laden with examples of Mozart’s mercurial originality. Here we have a perfect synthesis of concertante brilliance, operatic intensity and intimate dialogue.The work opens in unison with a probing, minor-tinged Adagio, whose question comes to a pause on the dominant, before being answered with jaunty certainty by the opening theme of the Allegro di molto—an F-major tune as sunny and confident as an aria from Figaro itself. This movement’s declamatory “opera chorus†persistently intones its rhythmic motto over a swirling scale figure. The amorous second theme (initially presented in the first viola) also seems to be plucked from Figaro.The Andante opens with a heavenly melody, which takes as its springboard the Romanza theme from the Horn Concerto in E≤ Major, K. 495, written only five weeks before. The “love duet†between flute and first viola seems to anticipate the impassioned “duetting†between violin and viola in the Andante of the String Quintet in C Major, K. 515, written about nine months later. The ingenious stretto canon of the Andante’s middle section requires the precision of a Swiss clock (which its chiming thirds recall). Affecting bucolic codettas close each of the main sections of the movement.In the final Allegro, a rondo in 6/8 time, the puckish, yet aristocratic character of the opening theme contrasts with the bumptious, popular tune used for the second theme (heard first in the violin and then the flute, over pizzicato cello). Lilting hymn-like episodes in three, four- and finally five-part counterpoint are repeatedly interrupted by startling scale figures that rise up in furioso episodes throughout the movement. As in the “Swiss clock†section of the Andante, Mozart uses a stretto imitation treatment with this tempest theme, thereby heightening both intensity and sense of instability.I am most grateful to the adventuresome Martinů Quartet for their warm support and collaboration over the years with several of my arrangements, and to my friend Edwin Swanborn for the original typesetting of this score. Gratitude is also due Weekend Edition, Performance Today and innumerable classical stations across the United States for their enthusiastic and repeated airings of my “new†Mozart Quintet endeavors—and most of all, to violist Katherine Murdock for that dare in 1990.—Compiled from the writings of Robert Stallmanby Hannah Woods Stallman,February 2, 2020.