SKU: BT.DHP-1145607-010
English-German-French-Dutch.
The renowned Japanese composer Satoshi Yagisawa was given three separate tasks for this commission: it should be a short, attractive piece of music that is easy to listen to; it should be suitable as a choral exercise; and it should be fitting as anencore for the regular annual concert of the client. So it was that Yagisawa composed a glorious, warm-sounding work that satisfies all three requirements, and additionally serves as an excellent intermezzo in any concert.De Japanse Satoshi Yagisawa moest rekening houden met drie voorwaarden: het moest een kort, aansprekend muziekstuk worden dat goed in het gehoor zou liggen; het moest geschikt zijn als koraaloefening; en het zou een passende toegift moeten zijn voorde jaarconcerten van het opdrachtgevende orkest. Hij componeerde een warm klinkend werk dat aan alle drie de voorwaarden voldoet en ook nog eens uitstekend bruikbaar is als intermezzo tijdens een concert.Drei Vorgaben bekam Satoshi Yagisawa zu diesem Werk: Es sollte ein kurzes, ansprechendes Musikstück werden, das gut ins Ohr geht; es sollte sich als Choralübung eignen; und es sollte eine passende Zugabenummer für das Jahreskonzert des Auftraggeberswerden. Yagisawa komponierte daraufhin ein prächtiges, warm klingendes Werk, das alle drei Bedingungen erfüllt, und sich zudem auch ausgezeichnet als Intermezzo in einem Konzert eignet. La commande de cette œuvre comprenait trois conditions : la pièce devait être courte et mélodique ; elle devait pouvoir servir d’exercice choral pour l’ensemble de base ; et elle devait pouvoir être interprétée en tant que rappel lors de concertsannuels. Pour remplir ces conditions, Yagisawa a composé une pièce magnifiquement chaleureuse qu’il a intitulée L’Espoir, en signe de bienveillance l’égard des jeunes élèves. L’Espoir peut également servir d’interlude musical dans lecadre de votre concert.Tre sono state le consegne comunicate al compositore al momento dell’incarico: il brano doveva essere breve e melodico, servire da esercizio corale per l’organico di base e infine doveva prestarsi a essere eseguito come bis in occasione di concerti.Yagisawa ha composto così un brano molto caloroso che ha intitolato L’Espoir, in omaggio a tutti i giovani che si affacciano al mondo del musica. Un brano che può essere eseguito anche come interludio.
SKU: ML.013702080
At the end of 1944, Allied troops invaded the Netherlands from Belgium. Hope and longing for freedom, which now seemed so close, swept through the Netherlands: Operation Market Garden was launched. Huge numbers of paratroopers made the dangerous jump to take over enemy territory on the south side of the Rhine. Fierce fighting and attempts to cross and secure the river resulted in heavy casualties for the liberating forces. Ground support from the south came too late and there was no alternative but to call off Operation Market Garden. What looked like a quick liberation of the Netherlands turned into a long, bitter struggle. To make matters worse, a harsh winter followed: hunger and cold ate away at hope and the prospect of a liberated Netherlands. The composition 1944 uses original radio fragments from 1944 to describe these events.
SKU: ML.013780090
The Spanish war galleon with 64 cannons, built in Cuba between 1770 and 1771 for an English shipowner in the service of the King of Spain left Peru for Cadiz in 1784 with a huge cargo of copper, gold, silver and other valuables on board. There were also more than 400 people on board, including passengers, crew and Inca prisoners after a revolt. The Atlantic crossing went smoothly, passing Portugal to take advantage of favourable winds. The shipwreck off Peniche was the result of human error, apparently due to French maps with dramatic errors in the position of the islands of Berlengas and neighbouring islets. On 2 February 1786, the sea was calm and the night clear, but they hit the rock formation Papoa and the hull immediately broke in two. The bottom sank quickly, while the deck remained afloat for some time. 128 people lost their lives, including many Indians who were trapped in the basement. This shipwreck is considered one of the most important in maritime history.What the composer wants to convey, and what can be felt as one listens, is first of all the sound of power, of hope, of the glory of conquest, of the splendour of wealth. This is followed by the perception of the maritime environment, the harmony with the softness of the ocean, the gliding of the hull in the foam of the sea on sunny, blue days. But along with this tranquillity, you soon hear a rhythmic chain that makes you feel a representation of the hustle and bustle, of the busy crew, of the hard work of a sailor, of the desperation of an exotic people imprisoned in a dark, damp cellar. A distinct rhythm that reminds us of the salero of Andalusia, with its Arab influences and its people, the soothing of the resignation of others who are forced to submit. Then we clearly hear a crescendo that makes us imagine the agony of the collision that precedes the shipwreck. The breaking of the hull, the water flooding everything, the despair, the clash of bodies on the rocks, the tragedy to come. Before the grand finale, in which the return of musical softness reminds us that the story is over. The supremacy of nature over human greed. The waves, though gentle, sweep the wreckage, the lives and the treasures of the New World to the bottom of the sea.Het Spaans oorlogsgaljoen met 64 kanonnen, gebouwd in Cuba tussen 1770 en 1771 voor een Engelse reder in dienst van de koning van Spanje vertrok in 1784 vanuit Peru naar Cádiz met een enorme lading koper, goud, zilver en andere kostbaarheden aan boord. Er waren ook meer dan 400 mensen aan boord, waaronder passagiers, bemanning en Inca gevangenen na een opstand. De oversteek van de Atlantische Oceaan verliep vlot, waarbij Portugal werd gepasseerd om te profiteren van gunstige winden. De schipbreuk bij Peniche was het resultaat van een menselijke fout, blijkbaar te wijten aan Franse kaarten met dramatische fouten in de positie van de eilanden Berlengas en naburige eilandjes. Op 2 februari 1786 was de zee kalm en de nacht helder, maar ze raakten de rotsformatie Papoa en de romp brak onmiddellijk in tweeën. De bodem zonk snel, terwijl het dek nog enige tijd bleef drijven. 128 mensen verloren het leven, waaronder veel indianen die vastzaten in de kelder. Dit scheepswrak wordt beschouwd als een van de belangrijkste in de maritieme geschiedenis.Wat de componist wil overbrengen, en wat men kan voelen als men luistert, is allereerst het geluid van macht, van hoop, van de glorie van verovering, van de pracht van rijkdom. Dit wordt gevolgd door de perceptie van de maritieme omgeving, de harmonie met de zachtheid van de oceaan, het glijden van de romp in het schuim van de zee op zonnige, blauwe dagen. Maar samen met deze rust hoor je al snel een ritmische ketting die je een voorstelling geeft van de drukte, van de drukke bemanning, van het harde werk van een zeeman, van de wanhoop van een exotisch volk dat gevangen zit in een donkere, vochtige kelder. Een duidelijk ritme dat ons doet denken aan de salero van Andalusië, met zijn Arabische invloeden en zijn mensen, het sussen van de berusting van anderen die gedwongen worden zich te onderwerpen. Dan horen we duidelijk een crescendo dat ons de lijdensweg doet voorstellen van de aanvaring die voorafgaat aan de schipbreuk. Het breken van de romp, het water dat alles overspoelt, de wanhoop, het botsen van lichamen op de rotsen, de tragedie die komen gaat. Vóór de grote finale, waarin de terugkeer van de muzikale zachtheid ons eraan herinnert dat het verhaal voorbij is. De overmacht van de natuur over de hebzucht van de mens. De golven, hoewel zacht, vegen het wrak, de levens en de schatten van de Nieuwe Wereld naar de bodem van de zee.Le galion de guerre espagnol de 64 canons, construit à Cuba entre 1770 et 1771 pour un armateur anglais au service du roi d'Espagne, a quitté le Pérou pour Cadix en 1784 avec à son bord une énorme cargaison de cuivre, d'or, d'argent et d'autres objets de valeur. Il y avait également plus de 400 personnes à bord, dont des passagers, des membres d'équipage et des prisonniers incas à la suite d'une révolte. La traversée de l'Atlantique s'est déroulée sans encombre, en passant par le Portugal pour profiter des vents favorables. Le naufrage au large de Peniche est le résultat d'une erreur humaine, apparemment due à des cartes françaises comportant des erreurs dramatiques dans la position des îles de Berlengas et des îlots voisins. Le 2 février 1786, alors que la mer est calme et la nuit claire, le navire heurte la formation rocheuse de Papoa et la coque se brise immédiatement en deux. Le fond coule rapidement, tandis que le pont reste à flot pendant un certain temps. 128 personnes ont perdu la vie, dont de nombreux Indiens qui étaient coincés dans les sous-sols. Ce naufrage est considéré comme l'un des plus importants de l'histoire maritime.Ce que le compositeur veut transmettre, et ce que l'on ressent à l'écoute, c'est d'abord le son de la puissance, de l'espoir, de la gloire de la conquête, de la splendeur de la richesse. C'est ensuite la perception de l'environnement maritime, l'harmonie avec la douceur de l'océan, le glissement de la coque dans l'écume de la mer par des journées bleues et ensoleillées. Mais à côté de cette tranquillité, on entend bientôt une chaîne rythmique qui nous fait ressentir une représentation de l'agitation, de l'équipage affairé, du dur labeur d'un marin, du désespoir d'un peuple exotique emprisonné dans une cave sombre et humide. Un rythme distinct qui nous rappelle le salero d'Andalousie, avec ses influences arabes et son peuple, l'apaisement de la résignation des autres qui sont obligés de se soumettre. Puis on entend clairement un crescendo qui nous fait imaginer l'agonie de la collision qui précède le naufrage. La rupture de la coque, l'eau qui envahit tout, le désespoir, le choc des corps sur les rochers, la tragédie à venir. Avant le grand final, où le retour de la douceur musicale nous rappelle que l'histoire est terminée. La suprématie de la nature sur la cupidité humaine. Les vagues, bien que douces, emportent les épaves, les vies et les trésors du Nouveau Monde au fond de la mer.Die spanische Kriegsgaleone mit 64 Kanonen, die zwischen 1770 und 1771 auf Kuba für einen englischen Reeder im Dienste des spanischen Königs gebaut wurde, verließ Peru 1784 in Richtung Cádiz mit einer riesigen Ladung Kupfer, Gold, Silber und anderen Wertgegenständen an Bord. An Bord befanden sich auch mehr als 400 Menschen, darunter Passagiere, Besatzungsmitglieder und Inka-Gefangene nach einem Aufstand. Die Atlantiküberquerung verlief reibungslos, wobei Portugal passiert wurde, um die günstigen Winde zu nutzen. Der Schiffbruch vor Peniche war das Ergebnis menschlichen Versagens, das offenbar auf französische Karten zurückzuführen war, die in Bezug auf die Position der Inseln Berlengas und der benachbarten Eilande dramatische Fehler enthielten. Am 2. Februar 1786 stießen sie bei ruhiger See und klarer Nacht auf die Felsformation Papoa und der Rumpf brach sofort entzwei. Der Boden sank schnell, während das Deck noch einige Zeit über Wasser blieb. 128 Menschen kamen ums Leben, darunter viele Indianer, die im Keller eingeschlossen waren. Dieses Schiffswrack gilt als eines der bedeutendsten Was der Komponist vermitteln will und was man beim Zuhören spürt, ist zunächst der Klang der Macht, der Hoffnung, des Ruhms der Eroberung, des Glanzes des Reichtums. Es folgt die Wahrnehmung der maritimen Umgebung, die Harmonie mit der Sanftheit des Meeres, das Gleiten des Schiffsrumpfes im Schaum des Meeres an sonnigen, blauen Tagen. Doch neben dieser Ruhe hört man bald eine rhythmische Kette, die die Hektik, die geschäftige Mannschaft, die harte Arbeit eines Seemanns, die Verzweiflung eines exotischen Volkes, das in einem dunklen, feuchten Keller gefangen ist, wiedergibt. Ein ausgeprägter Rhythmus, der an den Salero Andalusiens erinnert, mit seinen arabischen Einflüssen und seinen Menschen, der die Resignation der anderen besänftigt, die gezwungen sind, sich zu fügen. Dann hören wir deutlich ein Crescendo, das uns die Qualen des Zusammenstoßes, der dem Schiffbruch vorausgeht, erahnen lässt. Das Zerbrechen des Rumpfes, das Wasser, das alles überflutet, die Verzweiflung, das Aufeinanderprallen der Körper auf den Felsen, die bevorstehende Tragödie. Vor dem großen Finale, in dem die Rückkehr der musikalischen Sanftheit uns daran erinnert, dass die Geschichte zu Ende ist. Die Vorherrschaft der Natur über die menschliche Gier. Die Wellen, so sanft sie auch sein mögen, spülen die Trümmer, das Leben und die Schätze der Neuen Welt auf den Grund des Meeres.
SKU: BT.DHP-1084401-013
9x12 inches. English-German-French-Dutch.
Legend of a Mountain vertelt de legende van ‘La dent du chat’, een berg in de Franse Savoie. De legende gaat over een niet gehouden belofte, de wraak van een kat en over de berg ‘De tand van de kat’. Een onheilspellende inleiding,gevolgd door een vriendelijk thema in 6/8 maat, turbulente passages, lyrische en agressieve thema’s evenals dramatische hoogtepunten vertellen deze legende op indringende wijze aan uw publiek.Legend of a Mountain erzählt die Legende von einem Berg im französischen Departement Savoie. Diese handelt von einem nicht gehaltenen Versprechen, dem grausamen Strafgericht einer Katze und einem Berg, welcher der Zahn der getöteten Katze sein soll. Eine düstere Einleitung, gefolgt von einem heiteren 6/8-Thema, turbulenten Passagen, lyrischen und aggressiven Themen sowie dramatischen Höhepunkten geben die Geschichte sehr anschaulich wider. Legend of a Mountain (Légende d’une montagne) raconte la légende de la Dent du Chat, une montagne située sur la rive Ouest du lac du Bourget dans le département de la Savoie (France). L’imposante introduction préfigure l’histoire dramatique que raconte la légende.Au pied de la montagne, non loin du lac, vivait jadis un pêcheur avec sa femme et leurs cinq enfants.Un thème paisible (en 6/8) évoque le pêcheur assis dans sa frêle barque dansant au milieu des eaux ondulantes du lac.Un jour, attendant en vain une prise, le pêcheur promit de rejeter l'eau le premier poisson qu'il attraperait dans l'espoir d'être récompensé pour son geste généreux. peineavait-il fait cette promesse qu'il sentit mordre son hameçon. Oubliant sa promesse, il garda le poisson et relança sa ligne. la troisième prise, il sortit de l’eau un chat noir.Le thème paisible est soudainement interrompu par les timbales qui annoncent la prise imminente d’un gros poisson. C’est l’effervescence. Le gros poisson (ou plus précisément le chat) a mordu. Dès lors, la musique devient plus turbulente.Le pêcheur rentra chez lui, le chat sous son bras. Sa femme et ses enfants l’adoptèrent et en prirent soin.Un thème lyrique s’élève de plusieurs pupitres de l’orchestre. Il reflète l’harmonie qui règne dans la famille du pêcheur. Ce sentiment d’harmonie chemine vers un motif plus incisif, suivi d’un coup de grosse caisse illustrant l’agressivité du chat. Au fil des mois, le chat devint agressif, allant jusqu’ mordre les enfants. Comme le pêcheur était superstitieux, il n'osait tuer le chat par crainte de malédiction. Il mit l'animal dans un sac et l'emmena très loin dans la montagne.La marche en montagne est illustrée par un thème ascendant. Le motif plus agressif est ensuite réexposé.L -haut, le chat s'attaqua aux troupeaux, aux chiens, aux femmes et aux enfants. Le pêcheur n'attrapa jamais plus le moindre poisson. Il vendit sa barque et devint b cheron. Le mauvais sort s'acharna sur lui. Il se blessa d'un coup de hache et.
SKU: DY.DO-1522
ISBN 9782897963026.
Francis Bebey est né à Douala en juillet 1929, dans une grande famille où son père, pasteur, luttait pour nourrir ses enfants. Mais Francis a eu l'opportunité d'aller à l'école. Admirant son frère aîné, Marcel Eyidi Bebey, il s'est éduqué, s'est distingué, et a finalement reçu une bourse pour passer son baccalauréat en France.Nous approchions de la fin des années 1950 lorsqu'il est arrivé à La Rochelle. Plus que jamais, dans cette France où les Africains étaient regardés avec curiosité, condescendance ou dédain, Francis s'appuyait sur ses ressources intellectuelles. Travailleur assidu, il a obtenu son baccalauréat, puis s'est installé à Paris où il a commencé des études d'anglais à la Sorbonne. Un jour, il a su ce qui l'attirait vraiment : il voulait faire de la radio. Francis a appris son métier en France et aux Ã?tats-Unis.Après avoir travaillé quelques années comme reporter, il a été embauché en 1961 en tant que fonctionnaire international au Département de l'information de l'UNESCO.Parallèlement, Francis a toujours été attiré par la création musicale. Son activité diurne très sérieuse ne l'empêchait pas de fréquenter les clubs de jazz le soir. Ã? Paris, le jazz, la musique à la mode à cette époque, mais aussi la rumba et la salsa l'attiraient. Il collectionnait les disques et assistait à de nombreux concerts. Avec son complice Manu Dibango, Francis montait sur scène et jouait de la musique.Francis aimait la musique classique depuis son enfance. Il avait grandi en écoutant les cantates et les oratorios de Bach ou Handel que son père chantait au temple. Il s'est passionné pour la guitare, impressionné par les maîtres espagnols et sud-américains, et a décidé d'apprendre à jouer de l'instrument lui-même.Il a commencé à composer des pièces pour guitare, mêlant les diverses influences qui le traversaient avec la musique traditionnelle africaine qu'il portait en lui depuis son enfance. Son approche a captivé le directeur du Centre culturel américain (alors situé dans le quartier de Saint-Germain à Paris), qui lui a offert l'opportunité de se produire devant un public. Francis y a donné son premier récital de guitare (1963) devant un public hypnotisé. Son premier album solo est sorti peu de temps après.Progressivement, Francis est devenu reconnu comme musicien et compositeur. Plusieurs albums de l'ambassadeur africain de la guitare, comme le décrivait la presse, sont sortis. Il a également écrit des livres, au point que sa carrière artistique est devenue difficile à concilier avec sa carrière de fonctionnaire. En 1974, même s'il était devenu le directeur général chargé de la musique à l'UNESCO, il a fait le saut audacieux et a démissionné de cette prestigieuse institution pour se consacrer aux trois activités qui l'intéressaient : la musique, la littérature et le journalisme.Il a exploré le patrimoine musical traditionnel du continent africain, notamment à travers le piano à pouce sanza et la musique polyphonique des pygmées d'Afrique centrale, ou en chantant dans sa langue maternelle et en composant des chansons humoristiques en français !Le succès a suivi. Francis Bebey a parcouru le monde : de la France au Brésil, du Cameroun à la Suède, de l'Allemagne aux Caraïbes, ou du Maroc au Japon... la liste des pays où il a été invité à se produire, à donner des conférences ou à rencontrer des lecteurs est très longue. En plus de la reconnaissance publique, il bénéficiait de la reconnaissance de ses collègues musiciens, tels que le guitariste John Williams ou le Vénézuélien Antonio Lauro, qui l'ont invité à faire partie du jury d'un concours de guitare classique à Caracas.Sa vie était le voyage d'un pionnier africain, un homme enraciné dans son patrimoine culturel et portant un message de partage et d'espoir pour le monde. Son originalité continue de résonner dans le monde entier depuis son décès à la fin du mois de mai 2001.Francis Bebey was born in Douala in July 1929, into a large family where his father, a pastor, struggled to feed his children. But Francis had the opportunity to go to school. Admiring his elder brother, Marcel Eyidi Bebey, he educated himself, distinguished himself, and eventually received a scholarship to go and take his baccalaureate in France.We approached the end of the 1950s when he arrived in La Rochelle. More than ever, in this France where Africans were looked at with curiosity, condescension, or disdain, Francis relied on his intellectual resources. A diligent worker, he obtained his Baccalaureate, then moved to Paris where he started English studies at the Sorbonne. One day, he knew what truly attracted him: he wanted to do radio. Francis learned his craft in France and in the USA.After working for a few years as a reporter, he was hired in 1961 as an international civil servant in the UNESCO Information Department.In parallel, Francis had always been drawn to musical creation. His very serious daytime activity didnâ??t prevent him from frequenting jazz clubs in the evenings. In Paris, the Jazz, the trendy music of that time, but also rumba and salsa attracted him. He collected records and attended numerous concerts. With his accomplice Manu Dibango, Francis took the stage and played music.Francis liked classical music since his childhood. He grew up listening to the cantatas and oratorios of Bach or Handel that his father had sung in the temple. He became passionate about the guitar, impressed by the Spanish and South American masters, and decided to learn to strum the instrument himself.He started composing guitar pieces, blending the various influences that flow through him with the traditional African music he had carried within since childhood. His approach captivated the director of the American Cultural Center (then located in the Saint-Germain neighborhood of Paris), who offered him the opportunity to perform in front of an audience. Francis gave his first guitar recital there (1963) in front of a mesmerized audience. His first solo album was released shortly thereafter.Gradually, Francis became recognized as a musician and composer. Several albums of the African guitar ambassador, as described by the press, were released. He also wrote books, to the point that his artistic career became challenging to reconcile with his career as a civil servant. In 1974, even though he had become the General Manager in charge of music at UNESCO, he took the bold leap and resigned from this prestigious institution to dedicated himself to the three activities that interested him: music, literature, and journalism. He explored the traditional musical heritage of the African continent, notably through the thumb piano sanza, and the polyphonic music of the Central African pygmies, or singing in his native language and composing humoristic songs in French!Success followed. Francis Bebey traveled the world: from France to Brazil, Cameroon to Sweden, Germany to the Carribean, or Morocco to Japan... the list of countries where he was invited to perform, gives lectures, or meets readers is very long. In addition to public recognition, he enjoyed the recognition of his fellow musicians, such as guitarist John Williams or Venezuelan Antonio Lauro, who invited him to be a part of the jury for a classical guitar competition in Caracas.His life was the journey of an African pioneer, a man rooted in his cultural heritage and carrying a message of sharing and hope for the world. His originality continues to vibrate around the world since his passing at the end of May 2001.
SKU: BT.AMP-134-120
The Ukrainian Bell Carol is part of a large choral work entitled Shchedryk by the Ukrainian composer Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921). It was first performed by students of Kiev University in December 1916. The tune is an adaptation of an old ‘shchedrivka’, a song traditionally sung on Ukrainian New Year’s Eve (January 13th) which hopes for good fortune in the year to come. In Shchedryk, Leontovych added his own the lyrics which concern the legend claiming that when Jesus was born, all the bells on earth started ringing in his honour.The tune has since been the inspiration of at least four different Christmas carols, but Philip Sparke has sourced the originalUkrainian melody to create this stirring arrangement. De Ukrainian Bell Carol is onderdeel van het grote koorwerk Shchedryk van de Oekra ense componist Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921). De melodie is gebaseerd op een ‘shchedrivka’, een lied dat van oudsher werdgezongen op de Oekra ense oudejaarsavond (13 januari). In Shchedryk voegde Leontovych de tekst toe over de legende die vertelt dat bij de geboorte van Jezus alle klokken op aarde begonnen te luiden. Sindsdien is deze melodiede inspiratiebron geweest voor ten minste vier verschillende Christmas carols, waarvan Carol of the Bells de beroemdste is. Voor dit meeslepende arrangement heeft Philip Sparke echter de oorspronkelijke Oekra ense melodiegebruikt.Das Ukrainian Bell Carol ist Teil eines großen Chorwerkes namens Shchedryk vom ukrainischen Komponisten Mykola Dmytrovich Leontovych. Leontovych ergänzte ein traditionelles ukrainisches Neujahrslied um eine alte Legende, die besagt, dass zu Ehren von Jesu Geburt alle Glocken läuteten. Die Melodie diente inzwischen als Grundlage für mindestens vier verschiedene Weihnachtslieder. Philip Sparke griff für seine bewegende Bearbeitung jedoch auf die originale ukrainische Melodie zurück.Ukrainian Bell Carol constitue une des parties de l’œuvre chorale Shchedryk du compositeur ukrainien Mykola Dmytrovich Leontovich (1877-1921). La mélodie s’inspire d’un vieux chant traditionnel ukrainien (shchedrivka) chanté le Jour de l’An (célébré le 13 janvier, conformément au calendrier julien) dans l’espoir que l’année venir se présente sous de bons hospices. l’écriture de Shchedryk, Mykola Leontovich a choisi de changer les paroles. Il opte pour la légende selon laquelle, toutes les cloches des églises se sont mises carillonner joyeusement pour annoncer la naissance de Jésus. La mélodie du chant a inspiré au moins quatre noëlsdifférents. Carol of the Bells en est la version la plus célèbre. Elle a été adaptée en 1936 (texte et mélodie) par Peter J. Wilhousky (1902-1978) d’après la version originale de Mykola Leontovich. Philip Sparke s’est basé sur la mélodie du chant traditionnel ukrainien pour réaliser cet arrangement brillant et pétillant. Ukrainian Bell Carol costituisce una delle parti dell’opera corale Shchedryk del compositore ucraino Mykola Dmytrovich Leontovich (1877-1921). Il testo narra una leggenda secondo la quale le campane delle chiese si sono messe a suonare per annunciare la nascita di Gesù. La melodia di Leontovich ha ispirato almeno quattro canti natalizi diversi. Carol of the Bells di Peter J.Wilhousky è la versione più celebre. Philip Sparke ha scelto di ispirarsi alla melodia originale del canto tradizionale ucraino (shchedrivka) per realizzare questo brillante arrangiamento.
SKU: BT.AMP-134-020
SKU: BT.AMP-134-030
The Ukrainian Bell Carol is part of a large choral work entitled Shchedryk by the Ukrainian composer Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921). The tune is an adaptation of an old 'shchedrivka', a song traditionally sung on Ukrainian New Year's Eve (January 13th) which hopes for good fortune in the year to come. The tune has since been the inspiration for at least four different Christmas carols, of which Carol of the Bells is the most famous. Philip Sparke has sourced the original Ukrainian melody to create this stirring arrangement.De Ukrainian Bell Carol is onderdeel van het grote koorwerk Shchedryk van de Oekra ense componist Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921). De melodie is gebaseerd op een ‘shchedrivka’, een lied dat van oudsher werdgezongen op de Oekra ense oudejaarsavond (13 januari). In Shchedryk voegde Leontovych de tekst toe over de legende die vertelt dat bij de geboorte van Jezus alle klokken op aarde begonnen te luiden. Sindsdien is deze melodiede inspiratiebron geweest voor ten minste vier verschillende Christmas carols, waarvan Carol of the Bells de beroemdste is. Voor dit meeslepende arrangement heeft Philip Sparke echter de oorspronkelijke Oekra ense melodiegebruikt.Das Ukrainian Bell Carol (Ukrainisches Glocken- Weihnachtslied) ist Teil eines großen Chorwerkes namens Shchedryk vom ukrainischen Komponisten Mykola Dmytrovich Leontovych. Sein Text handelt von der Legende, die besagt, dass zu Ehren von Jesu Geburt alle Glocken läuteten. Aus der Melodie entstand unter anderem auch das bekannte Carol of the Bells von Peter J. Wilhousky. Philip Sparke griff für seine bewegende Bearbeitung jedoch auf die originale ukrainische Melodie zurück.Ukrainian Bell Carol constitue une des parties de l’œuvre chorale Shchedryk du compositeur ukrainien Mykola Dmytrovich Leontovich (1877-1921). La mélodie s’inspire d’un vieux chant traditionnel ukrainien (shchedrivka) chanté le Jour de l’An (célébré le 13 janvier, conformément au calendrier julien) dans l’espoir que l’année venir se présente sous de bons hospices. l’écriture de Shchedryk, Mykola Leontovich a choisi de changer les paroles. Il opte pour la légende selon laquelle, toutes les cloches des églises se sont mises carillonner joyeusement pour annoncer la naissance de Jésus. La mélodie du chant a inspiré au moins quatre noëlsdifférents. Carol of the Bells en est la version la plus célèbre. Elle a été adaptée en 1936 (texte et mélodie) par Peter J. Wilhousky (1902-1978) d’après la version originale de Mykola Leontovich. Philip Sparke s’est basé sur la mélodie du chant traditionnel ukrainien pour réaliser cet arrangement brillant et pétillant. Ukrainian Bell Carol costituisce una delle parti dell’opera corale Shchedryk del compositore ucraino Mykola Dmytrovich Leontovich (1877-1921). Il testo narra una leggenda secondo la quale le campane delle chiese si sono messe a suonare per annunciare la nascita di Gesù. La melodia di Leontovich ha ispirato almeno quattro canti natalizi diversi. Carol of the Bells di Peter J.Wilhousky è la versione più celebre. Philip Sparke ha scelto di ispirarsi alla melodia originale del canto tradizionale ucraino (shchedrivka) per realizzare questo brillante arrangiamento.
SKU: BT.AMP-134-010
SKU: BT.DHP-1125256-140
Like the Eagle, We Soar and Rise was commissioned by Yuying Secondary School Concert Band and Yuying Alumni Association for the 2010 centenary of the school’s foundation. The piece was named by a friend of the composer named Steven Phua, who originally suggested commissioning a new piece to Satoshi Yagisawa. The piece furthermore takes its name from the text of the Yuying Secondary School song.This composition is based on three different concepts: the first one demonstrates ‘The founders’ passion for education’; the second concept illustrates ‘Hardship in war time’; the third one ‘To the future’ describes the inner strength people find to overcome struggles. Thispiece concludes with a fanfare, which is the sound of hope that leads to a brighter future in a positive direction.The world premiere of this piece was conducted by Faizal Bin Othman, who is one of the leading educators in Singapore, and was performed by the Yuying Secondary School Concert Band. Like the Eagle, We Soar and Rise is geschreven in opdracht van de Yuying Secondary School Concert Band en de Yuying Alumni Association, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de school in 2010. Het werk kreeg zijnnaam van een vriend van de componist, Steven Phua, van wie in eerste instantie het voorstel kwam een nieuw werk bij Satoshi Yagisawa in opdracht te geven. De titel is gebaseerd op de tekst van het schoollied van de Yuying SecondarySchool. De compositie is gestoeld op drie verschillende gegevens: het eerste weerspiegelt de liefde voor onderwijs van de oprichters destijds, het tweede behelst de ontberingen in oorlogstijd, en het derde betreft de kijk op detoekomst -waarbij de innerlijke kracht van mensen helpt moeilijkheden te overwinnen. Het werk eindigt met een fanfare: de klank van hoop die vol optimisme een betere toekomst verkondigt. De wereldpremière werd uitgevoerd door de YuyingSecondary School Concert Band, onder leiding van Faizal Bin Othman, een van de meest gerenommeerde muziekpedagogen in Singapore.Like the Eagle, We Soar and Rise war ein Kompositionsauftrag des Blasorchesters der Yuying Secondary School und des Yuying-Alumni-Verbandes (Singapur). Anlass des Auftrags war das hundertjährige Jubiläum der Schulgründung im Jahr 2010. Der Werktitel stammt von einem Freund des Komponisten namens Steven Phua, der auch die Idee hatte, ein neues Stück von Satoshi Yagiswa schreiben zu lassen. Außerdem bezieht sich der Titel auf den Text des Schulliedes.Dieses Werk basiert auf drei unterschiedlichen Konzepten: Das erste spiegelt die Leidenschaft der Gründer für das Lehren wider; das zweite Konzept beschreibt die Not in Kriegszeiten; das dritte Konzept mit dem TitelTo the Future“ (zur Zukunft hingewandt) handelt von der inneren Stärke, die Menschen entwickeln, um Schwierigkeiten zu überwinden. Das Werk endet mit einer Fanfare, die der Hoffnung auf eine bessere Zukunft Klang verleiht.Die Weltpremiere von Like the Eagle, We Soar and Rise wurde von Faizal Bin Othman, einem der führenden Lehrbeauftragten von Singapur, dirigiert. Es spielte das Blasorchester der Yuying Secondary School. Like the Eagle, We Soar and Rise (Comme l’aigle, nous prenons notre essor) est une commande de l’Orchestre vent du collège de Yuying et de l’Association des anciens élèves de Yuying pour marquer le bicentenaire de la fondation du collège. Son titre lui a été donné par un ami du compositeur, Steven Phua, qui avait suggéré la commande d’une nouvelle composition Satoshi Yagisawa. Le titre lui-même est tiré du texte d’une chanson du collège de Yuying.Cette composition s’articule autour de trois concepts : le premier exprime ‘‘La passion des fondateurs pour l’éducation’’ ; le deuxième illustre ‘‘Les privations en temps de guerre’’ ; le troisième concept, ‘‘Versl’avenir’’, évoque la force intérieure que l’on trouve en soi pour surmonter les obstacles. La pièce s’achève par une fanfare, représentation sonore de l’espoir qui mène vers un avenir prometteur. La création mondiale de l’oeuvre fut donnée par l’Orchestre vent du collège de Yuying sous la direction de Faizal Bin Othman, éminent professeur de musique de Singapour. La movimentata storia di un istituto scolastico in occasione dei festeggiamenti per il suo centenario, ha spinto Satoshi Yagisawa a comporre questo brano basandosi su tre idee ben distinte: la passione per lo studio, la sofferenza durante i periodi di guerra e la speranza in un futuro migliore, simboleggiato dalla fanfara finale.
SKU: BT.DHP-1125256-010
SKU: BT.AMP-134-140
SKU: BT.DHP-0960784-010
This work, reminiscent of a film score, describes the history of the Dutch town Horn. A broad lyrical theme, played by the horns, depicts the history of this town on the river Meuse. A cheerful Allegro represents rural life around the town and its castle. Following this the horn theme returns and the music changes dramatically. A drum roll symbolises the times of war that the town and castle have known. The threatening music eventually develops once more into the hopeful horn theme, a sign of reconstruction and the future.Piet Swerts (*1960) hat sich beim Schreiben dieses Werks musikalisch durch amerikanische Filmmusik, u. a. von John Williams, inspirieren lassen. Durch ein breites, lyrisches Horn-Thema wird die Entstehung des niederländischen Ortes Horn am Fluss Maas dargestellt. Dieses Thema symbolisiert die drei Hörner, die auf dem Wappenschild des Dorfes und des Grafen von Horn vorkommen. Ein munteres Allegro typisiert, wie in der Pastorale von Beethoven, das ländliche Leben rund um das Dorf und sein Schloss. Danach kommt das Thema der Hörner zurück und die Musik nimmt eine dramatische Wendung. Trommelwirbel symbolisieren Krieg! Die drohende Musik löst sich dann wieder imhoffnungsvollen Thema der Hörner auf. Fantasy Tales décrit l’histoire de la ville de Horn aux Pays-Bas. L’œuvre développe un thème mélodique épique, lyrique, quasi filmique, qui retrace l’évolution de cette ville située sur les rives de la Meuse. L’interprétation de ce thème par les cors a une portée symbolique. En effet, le blason de la ville et les armoiries du comté de Horn sont constitués de trois cors de chasse rouges sur fond jaune. Un allegro joyeux, écrit dans le style d’une pastorale, dépeint la vie rurale autour de la ville et de son ch teau. Le thème initial est réexposé, mais la musique prend une tournure plus dramatique pour évoquer, travers des roulements de tambours, lesdiverses périodes de guerre. L’espoir renaît néanmoins. Le thème premier est repris et se fait le signe de la reconstruction, et de l’expansion. La ville de Horn est désormais tournée vers le futur.
SKU: BT.DHP-0960784-140
Piet Swerts (*1960) hat sich beim Schreiben dieses Werks musikalisch durch amerikanische Filmmusik, u. a. von John Williams, inspirieren lassen. Durch ein breites, lyrisches Horn-Thema wird die Entstehung des niederländischen Ortes Horn am Fluss Maas dargestellt. Dieses Thema symbolisiert die drei Hörner, die auf dem Wappenschild des Dorfes und des Grafen von Horn vorkommen. Ein munteres Allegro typisiert, wie in der Pastorale von Beethoven, das ländliche Leben rund um das Dorf und sein Schloss. Danach kommt das Thema der Hörner zurück und die Musik nimmt eine dramatische Wendung. Trommelwirbel symbolisieren Krieg! Die drohende Musik löst sich dann wieder imhoffnungsvollen Thema der Hörner auf. Fantasy Tales décrit l’histoire de la ville de Horn aux Pays-Bas. L’œuvre développe un thème mélodique épique, lyrique, quasi filmique, qui retrace l’évolution de cette ville située sur les rives de la Meuse. L’interprétation de ce thème par les cors a une portée symbolique. En effet, le blason de la ville et les armoiries du comté de Horn sont constitués de trois cors de chasse rouges sur fond jaune. Un allegro joyeux, écrit dans le style d’une pastorale, dépeint la vie rurale autour de la ville et de son ch teau. Le thème initial est réexposé, mais la musique prend une tournure plus dramatique pour évoquer, travers des roulements de tambours, lesdiverses périodes de guerre. L’espoir renaît néanmoins. Le thème premier est repris et se fait le signe de la reconstruction, et de l’expansion. La ville de Horn est désormais tournée vers le futur.
SKU: BT.DHP-1023116-010
9x12 inches.
The Dakota (or Sioux) Indians from the American states of North and South Dakota form the central figures in this composition. The work consists of five movements in which the culture and history of these Indians have been portrayed through musical paintings by making use of an old South Dakota Indian melody. Die Dakota- (oder Sioux-) Indianer der amerikanischen Staaten Nord- und Süd-Dakota sind die zentralen Figuren in dieser Komposition. Das Werk besteht aus fünf Sätzen, in welchen die Kultur und die Geschichte dieser Indianer dargestellt werden. In einigen Sätzen verwendete Jacob de Haan eine alte indianische Melodie aus Süd-Dakota.1. The Great Spirit (‘Der Große Geist’)Die Kultur der Dakota-Indianer war der irdischen und der spirituellen Welt verbunden. Sie glaubten, dass der Große Geist die Erde schuf, indem er einen schwarzen Ball auf das Wasser warf und dann aus einem zweiten Ball alles Lebendige schuf.2. Buffalo Hunting (‘Büffeljagd’)Auf einen mächtigenBüffel zuzureiten erforderte Können und Mut. Die Männer ergriffen jedoch mit Freude die Chance, sich selbst auf der Jagd zu beweisen.3. Smoking the Pipe (‘Die Pfeife rauchen’)Die Pfeife galt als Friedenssymbol und wurde unter Männern und Stämmen benutzt. Die Pfeife rauchen besiegelte einen Bund des Vertrauens und heilige, Pfeife rauchende Männer nahmen so Kontakt mit dem Großen Geist auf.4. The Ghost Dance (‘Der Geistertanz’)Dieser religiöse Tanz der verlorenen Hoffnung basierte auf Gebet, Tanz und Gesang. Im Jahre 1890 engagierten die Soldaten Geistertänzer an einem Ort namens Wounded Knee.5. Pilgrims at Wounded Knee (‘Pilger am Wounded Knee‘)Die Tragödie von Wounded Knee ist sehr schmerzhaft für die Indianer. Viele pilgern noch immer zu der heiligen, vom Wind verwehten Hügelspitze, auf der so viele Unschuldige den Tod fanden. Les Indiens Dakota (Sioux) des États américains du Dakota du Nord et du Dakota du Sud sont au centre de cette fresque musicale, dans laquelle Jacob de Haan dépeint certains aspects de leur culture et de leur histoire. Dans plusieurs mouvements de cette œuvre, le compositeur a intégré une mélodie indienne ancienne provenant du Dakota du Sud.1. Le Grand Esprit : la culture des Indiens Dakota était liée la terre et au monde des esprits. Dans leurs croyances, le Grand Esprit avait créé la terre en jetant une balle noire dans l’eau, puis il prit une deuxième balle et créa les êtres vivants. 2. La chasse au bison : courir bride abattue vers un bisonvigoureux nécessitait beaucoup d’adresse et de courage. Pourtant, les hommes attendaient impatiemment l’occasion de pouvoir faire leurs preuves la chasse.3. Fumer le calumet: le calumet était le symbole de la paix. On l’utilisait pour sceller une entente entre les hommes et les nations. Fumer le calumet était un gage de bonne volonté. Et lorsqu’un homme-médecine fumait le calumet, il communiait avec le Grand Esprit. 4. The Ghost Dance (“La Danse des Espritsâ€) Pour faire renaître l’espoir, les Indiens exécutaient une danse religieuse accompagnée d’incantations et des chants rituels. En 1890 Wounded Knee, l’armée fédérale a ouvert le feu sur tous ceux qui célébraient la Ghost Dance. 5. Les pèlerins de Wounded Knee : la tragédie de Wounded Knee est un moment douloureux dans l’histoire des nations indiennes. Ils sont encore nombreux faire un pèlerinage sur cette colline sacrée, balayée par le vent, où tant d’innocents ont été massacrés. Ispirandosi a certi aspetti della cultura e della storia degli indiani Sioux; Jacob de Haan ha realizzato uno splendido affresco musicale in omaggio al primo popolo delle sconfinate praterie degli Stati Americani del Dakota del Nord e del Dakota del Sud. Per conservare l’autenticit di questo popolo indiano anche attraverso la sua musica, il compositore ha integrato un’antica melodia indiana del Dakota del Sud nella sua composizione.
SKU: BT.DHP-1023116-140
SKU: BT.DHP-0960784-040
SKU: BT.DHP-1023116-120
The Dakota (or Sioux) Indians from the American states of North and South Dakota form the central figures in this composition. The work consists of five movements in which the culture and history of these Indians have been portrayed through musical paintings by making use of an old South Dakota Indian melody. Die Dakota- (oder Sioux-) Indianer der amerikanischen Staaten Nord- und Süd-Dakota sind die zentralen Figuren in dieser Komposition. Das Werk besteht aus fünf Sätzen, in welchen die Kultur und die Geschichte dieser Indianer dargestellt werden. In einigen Sätzen verwendete Jacob de Haan eine alte indianische Melodie aus Süd-Dakota.1. The Great Spirit (‘Der Große Geist’)Die Kultur der Dakota-Indianer war der irdischen und der spirituellen Welt verbunden. Sie glaubten, dass der Große Geist die Erde schuf, indem er einen schwarzen Ball auf das Wasser warf und dann aus einem zweiten Ball alles Lebendige schuf.2. Buffalo Hunting (‘Büffeljagd’)Auf einen mächtigenBüffel zuzureiten erforderte Können und Mut. Die Männer ergriffen jedoch mit Freude die Chance, sich selbst auf der Jagd zu beweisen.3. Smoking the Pipe (‘Die Pfeife rauchen’)Die Pfeife galt als Friedenssymbol und wurde unter Männern und Stämmen benutzt. Die Pfeife rauchen besiegelte einen Bund des Vertrauens und heilige, Pfeife rauchende Männer nahmen so Kontakt mit dem Großen Geist auf.4. The Ghost Dance (‘Der Geistertanz’)Dieser religiöse Tanz der verlorenen Hoffnung basierte auf Gebet, Tanz und Gesang. Im Jahre 1890 engagierten die Soldaten Geistertänzer an einem Ort namens Wounded Knee.5. Pilgrims at Wounded Knee (‘Pilger am Wounded Knee‘)Die Tragödie von Wounded Knee ist sehr schmerzhaft für die Indianer. Viele pilgern noch immer zu der heiligen, vom Wind verwehten Hügelspitze, auf der so viele Unschuldige den Tod fanden. Les Indiens Dakota (Sioux) des États américains du Dakota du Nord et du Dakota du Sud sont au centre de cette fresque musicale, dans laquelle Jacob de Haan dépeint certains aspects de leur culture et de leur histoire. Dans plusieurs mouvements de cette œuvre, le compositeur a intégré une mélodie indienne ancienne provenant du Dakota du Sud.1. Le Grand Esprit : la culture des Indiens Dakota était liée la terre et au monde des esprits. Dans leurs croyances, le Grand Esprit avait créé la terre en jetant une balle noire dans l’eau, puis il prit une deuxième balle et créa les êtres vivants. 2. La chasse au bison : courir bride abattue vers un bisonvigoureux nécessitait beaucoup d’adresse et de courage. Pourtant, les hommes attendaient impatiemment l’occasion de pouvoir faire leurs preuves la chasse.3. Fumer le calumet: le calumet était le symbole de la paix. On l’utilisait pour sceller une entente entre les hommes et les nations. Fumer le calumet était un gage de bonne volonté. Et lorsqu’un homme-médecine fumait le calumet, il communiait avec le Grand Esprit. 4. The Ghost Dance (“La Danse des Espritsâ€) Pour faire renaître l’espoir, les Indiens exécutaient une danse religieuse accompagnée d’incantations et des chants rituels. En 1890 Wounded Knee, l’armée fédérale a ouvert le feu sur tous ceux qui célébraient la Ghost Dance. 5. Les pèlerins de Wounded Knee : la tragédie de Wounded Knee est un moment douloureux dans l’histoire des nations indiennes. Ils sont encore nombreux faire un pèlerinage sur cette colline sacrée, balayée par le vent, où tant d’innocents ont été massacrés.
SKU: BT.DHP-1023116-020
SKU: BT.DHP-1033347-140
This imaginative new work portrays the rich history of the textile industry through music. The decline of the industry is expressed in the opening slow movement with an authentic 12 bar blues. The second movement uses a jazzy rock style blues to show the optimism and solidarity of the mill workers and the final movement uses a strong vocal-style blues to look forward with optimism to the future. Deze blues in twee delen verklankt de nagenoeg verdwenen textielindustrie in het oosten van Nederland. Aanleiding voor de compositieopdracht was de sluiting van de blekerij te Eibergen in Gelderland. Het werk begint met een meeslepende, langzame, authentieke blues die staat voor de vroegere textielindustrie - waaraan deze streek zijn identiteit ontleende. Daarna volgt een snelle blues in een jazzy rockstijl, waarin een hernieuwde identiteit het optimisme voor de toekomst weergeeft. Vervolgens horen we nog een klein stukje hang naar het verleden (‘Sing the Blues’), maar alles komt uiteindelijk goed in het krachtige slotakkoord.Ein mitreißender, langsamer, authentischer Blues, gefolgt von einem schnellen Blues im jazzigen Rockstil: das ist The Blues Factory. Das Stück erzählt von der Geschichte der ostholländischen Textilindustrie, deren Niedergang sich im langsamen Teil des Werkes ausdrückt. Der zweite Teil zeugt mit seinen optimistischen Klängen von der starken Bindung dieses Landstrichs an seine Geschichte und von Hoffnung für die Zukunft. Im wehmütigen Sing the Blues kehrt noch einmal die Erinnerung an die Vergangenheit zurück, bevor das Stück sich mit einem kräftigen Schlussakkord endgültig der Zukunft zuwendet.The Blues Factory dépeint l’avènement et le lent déclin de l’industrie textile de l’Est des Pays-Bas. Cette bipolarité se traduit dans l’œuvre par un blues lent, authentique et insouciant, suivi d’un blues aux inflexions de jazz-rock. Mais de la nostalgie et de la résignation renaissent peu peu l’espoir et l’envie de se tourner vers l’avenir qui, au travers d’un accord final brillant, semble optimiste et prometteur.
SKU: BT.DHP-1023116-130
SKU: BT.DHP-1023116-030
SKU: BT.DHP-1165745-010
Childrenâ??s Oak was commissioned by the wind band from Beauquesne, France. This solemn work pays homage to a city particularly affected by the two World Wars and is inspired by the knowledge that the city of Beauquesne needed to recover from these terrible episodes in its history. The title has its origin in the roots of the word â??Beauquesneâ?, the beautiful oak tree. It is a beautiful slow piece for your concert, or as a resource to work on phrasing and intonation, or alternatively as a warm up piece.Childrenâ??s Oak is geschreven in opdracht van het blaasorkest van het Franse Beauquesne. Dit plechtige werk is een eerbetoon aan een plaats die in de beide wereldoorlogen zwaar is getroffen. Het is ge nspireerd op de gedachte dat de gemeente Beauquesne zich moest herstellen na deze verschrikkelijke periodes uit haar geschiedenis. De titel is gebaseerd op het woord â??beauquesneâ??: de mooie eikenboom. Het is een fraai langzaam stuk voor uw volgende concert dat tevens geschikt is om te werken aan frasering en intonatie. Ook is het prima muziek voor een warming-up.Das Stück Childrenâ??s Oak wurde vom Blasorchester in Beauquesne (Frankreich) in Auftrag gegeben. Dieses feierliche Werk würdigt eine Stadt, die in den beiden Weltkriegen stark in Mitleidenschaft gezogen wurde. Geprägt von der Hoffnung, die die Stadt Beauquesne brauchte, um sich von den schrecklichen Ereignissen seiner Geschichte zu erholen handelt es sich um ein wunderschönes langsames Stück, das nicht nur für Konzerte geeignet ist, sondern auch um Intonation und Phrasierungen zu üben oder aber auch als Aufwärmstück.Childrenâ??s Oak fut commandé par lâ??Orchestre dâ??Harmonie de Beauquesne, France. Ce morceau solennel rend hommage une ville particulièrement touchée par les deux guerres mondiales et sâ??inspire de lâ??espoir dont a eu besoin la ville de Beauquesne pour se relever des moments terribles de son histoire. Lâ??Å?uvre tire son titre de lâ??origine du mot « Beauquesne », le beau chêne. Un magnifique morceau lent pour votre concert, ou comme ressource pour travailler sur les phrasés et lâ??intonation, ou sinon comme pièce dâ??échauffement.
SKU: BT.DHP-1165745-140
Children’s Oak was commissioned by the wind band from Beauquesne, France. This solemn work pays homage to a city particularly affected by the two World Wars and is inspired by the knowledge that the city of Beauquesne needed to recover from these terrible episodes in its history. The title has its origin in the roots of the word “Beauquesneâ€, the beautiful oak tree. It is a beautiful slow piece for your concert, or as a resource to work on phrasing and intonation, or alternatively as a warm up piece.Children’s Oak is geschreven in opdracht van het blaasorkest van het Franse Beauquesne. Dit plechtige werk is een eerbetoon aan een plaats die in de beide wereldoorlogen zwaar is getroffen. Het is ge nspireerd op de gedachte dat de gemeente Beauquesne zich moest herstellen na deze verschrikkelijke periodes uit haar geschiedenis. De titel is gebaseerd op het woord ‘beauquesne’: de mooie eikenboom. Het is een fraai langzaam stuk voor uw volgende concert dat tevens geschikt is om te werken aan frasering en intonatie. Ook is het prima muziek voor een warming-up.Das Stück Children’s Oak wurde vom Blasorchester in Beauquesne (Frankreich) in Auftrag gegeben. Dieses feierliche Werk würdigt eine Stadt, die in den beiden Weltkriegen stark in Mitleidenschaft gezogen wurde. Geprägt von der Hoffnung, die die Stadt Beauquesne brauchte, um sich von den schrecklichen Ereignissen seiner Geschichte zu erholen handelt es sich um ein wunderschönes langsames Stück, das nicht nur für Konzerte geeignet ist, sondern auch um Intonation und Phrasierungen zu üben oder aber auch als Aufwärmstück.Children’s Oak fut commandé par l’Orchestre d’Harmonie de Beauquesne, France. Ce morceau solennel rend hommage une ville particulièrement touchée par les deux guerres mondiales et s’inspire de l’espoir dont a eu besoin la ville de Beauquesne pour se relever des moments terribles de son histoire. L’œuvre tire son titre de l’origine du mot « Beauquesne », le beau chêne. Un magnifique morceau lent pour votre concert, ou comme ressource pour travailler sur les phrasés et l’intonation, ou sinon comme pièce d’échauffement.
SKU: HL.44012861
The Ukrainian Bell Carol is part of a large choral work entitled Shchedryk by the Ukrainian composer Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921). The tune is an adaptation of an old 'shchedrivka', a song traditionally sung on Ukrainian New Year's Eve (January 13th) which hopes for good fortune in the year to come. The tune has since been the inspiration for at least four different Christmas carols, of which Carol of the Bells is the most famous. Philip Sparke has sourced the original Ukrainian melody to create this stirring arrangement.
The Ukrainian Bell Carol is part of a large choral work entitled Shchedryk by the Ukrainian composer Mykola Dmytrovich Leontovych (1877-1921).
The tune is an adaptation of an old 'shchedrivka', a song traditionally sung on Ukrainian New Year's Eve (January 13th) which hopes for good fortune in the year to come. The tune has since been the inspiration for at least four different Christmas carols, of which Carol of the Bells is the most famous. Philip Sparke has sourced the original Ukrainian melody to create this stirring arrangement.